Wetenschap en onderzoek Hartziekten
Laboratorium Experimentele Cardiologie
Voor het Laboratorium Experimentele Cardiologie was 2021 wederom een uitdagend jaar. Met de nodige aanpassingen konden wij ons blijven richten op ons doel: het doorgronden van de mechanismen van 1) elektrische activatie en propagatie, alsmede die van 2) celontwikkeling en homeostase in zowel het gezonde als zieke hart om met deze kennis nieuwe, biologische therapieën te ontwikkelen voor hartziekten, in het bijzonder voor hartritmestoornissen. Hierbij wordt bijvoorbeeld getracht om het hart zelf in staat te stellen om schadelijke processen te detecteren en te neutraliseren. Deze nieuwe vormen van therapie zouden daarmee niet alleen effectief en duurzaam zijn, maar ook pijnvrij. In lijn met deze doelen werd er in 2021 een aantal studies gepubliceerd. Hierin werd onder andere aangetoond hoe acute, schokvrije beëindiging van hartritmestoornissen kan worden gerealiseerd in het zieke hart middels implantatie van een mini LED lampje na gentherapie. Dit wetenschappelijk onderzoek werd ook opgenomen in het nationaal VWO examen Biologie. Tevens stond voor de 10e keer op rij een onderzoeker uit het lab in de finale van de Young Investigator Award van de European Heart Rhythm Association, waarbij voor de 5e keer de eerste plek werd behaald. Ten slotte ontving het lab ook de Parel van ZonMw voor innovatie onderzoek met grote maatschappelijke impact.
Studie uitgelicht: MuSCAT
De Multicenter Study on Coronary Anomalies in The Netherlands (MuSCAT) is in 2021 officieel begonnen met de inclusie van patiënten.
De MuSCAT is een initiatief vanuit de landelijke samenwerking binnen de NVVC Werkgroep Congenitale Cardiologie en ondergebracht bij dr. H.W. Vliegen in het LUMC, het expertise centrum voor aberrante coronair arteriën. Naast het LUMC nemen 7 andere ziekenhuizen in Nederland deel aan de MuSCAT studie.
De MuSCAT studie doet onderzoek naar patiënten met aberrante coronairen. Enerzijds wordt gekeken naar de diagnostiek, behandeling en follow-up van patiënten met aberrante coronair arteriën met een oorsprong vanuit de tegenovergestelde sinus van Valsalva (ACAOS). Daarnaast is een registratie opgezet waarin patiënten worden geïncludeerd met aberrante coronair arteriën die ontspringen uit de pulmonaal arterie, en coronair arterioveneuze fistels (CAVF).
Patiënten met aberrante coronair arteriën met een oorsprong vanuit de tegenovergestelde sinus van Valsalva kunnen zich presenteren met thoracale pijnklachten, dyspnoe of duizeligheid/(pre-)syncope bij intensieve inspanning. Daarnaast wordt het regelmatig als toevalsbevinding gevonden. Sporadisch uit dit zich met een hartstilstand.
Wanneer de diagnose van een aberrante coronair wordt gesteld volgen verschillende onderzoeken om te kunnen beoordelen of er sprake is van een benigne of maligne beloop. Huidige richtlijnen adviseren om de anatomische kenmerken te beoordelen en ischemie detectie te verrichten. De modaliteiten die hiervoor gebruikt worden, verschillen echter per centrum. De MuSCAT studie heeft als doel om op basis van wetenschappelijk bewijs het optimale diagnostisch en behandeltraject vast te stellen. Hierin worden ook nieuwe diagnostische modaliteiten meegenomen.
Voor het volledige protocol verwijs ik u naar de publicatie in de Netherlands Heart Journal1. Voor meer vragen of het verwijzen van patiënten kunt u zich wenden tot muscat@lumc.nl.