JAARVERSLAG
2021

 

Bekijk het jaarverslag

Voorwoord
01

Het Hart Vaat Long Centrum
02

Zorg
03

CVIC interventiekamer

Klinische resultaten en productie
04

Onderwijs en opleiding
05

Wetenschap en onderzoek
06

Wetenschap en onderzoek per afdeling
07

01 Voorwoord

Het jaar 2021 werd voor een groot deel ook voor ons Hart Vaat Long Centrum getekend door de coronapandemie. Ook wij hebben dezelfde moeilijke beslissingen, nare ervaringen, afzeggingen en teleurstellingen gehad als andere afdelingen. Toch zijn we in staat geweest veel werk te verzetten binnen zowel patiëntenzorg, onderzoek als onderwijs.

 

We zijn veel behandelingen verder en hebben onder andere de neerwaartse spiraal van een afnemend aantal hartoperaties kunnen omzetten in een heel lichte groei. Creatief plannen, opereren in het weekend en ons nieuwe UltraFastTrack programma (2 patiënten na een hartoperatie over 1 IC bed laten herstellen) hebben daaraan bijgedragen. Dat heeft van veel mensen een extra inspanning gevraagd en die is zonder vragen geleverd. Vernieuwende initiatieven bleken ook juist in deze moeilijke tijd uiterst nuttig, zoals e-consulten, thuisbehandelingen, betere patiëntenselectie en -allocatie van acute patiënten in de hele regio. Kortom vernieuwende juiste zorg op de juiste (en soms ook nieuwe) plaats! We zijn dan ook super trots op het LUMC en het hele Hart Vaat Long Centrum in het bijzonder. Wij kijken allemaal uit naar tijden waarin we wat meer ruimte krijgen.

Hoe het jaar begon

Het jaar begon natuurlijk met de officiële ingebruikname van het gehele Cardiovasculaire Interventiecentrum (CVIC). Er staat nu een heel bijzonder centrum dat uniek is in Nederland en ook van buitenlanders jaloerse blikken ontvangt. 

In 2021 werd Prof. dr. Egbert Smit tevens benoemd tot afdelingshoofd van de afdeling Longziekten. Hij nam het stokje over van prof. dr. Piet Postmus. In zijn nieuwe functie heeft Smit bijzonder veel aandacht voor innovatie binnen longoncologie. Van belang is dat met zijn komst het hele palet aan longkanker behandelingen, inclusief de doelgerichte behandelingen die voorheen niet beschikbaar waren in het LUMC, toegepast kan worden.

“Er staat nu een heel bijzonder centrum dat uniek is in Nederland en ook van buitenlanders jaloerse blikken ontvangt”

Moeilijke boodschap

In dit jaar kreeg ons centrum ook een moeilijke boodschap van de minister van VWS, die besloot in december dat de kinderhartchirurgie uit Leiden/Amsterdam, verenigd in het Centrum Aangeboren Hartafwijkingen (CAHAL), moest verdwijnen. Dat heeft tot een storm van emoties en kritiek geleid waar we tot ver in 2022 mee bezig zijn. Zo blijkt maar weer hoe de buitenwereld een enorme invloed kan hebben op ons werk, onze ambities en onze dromen. Het leert ons dat we continu bewust moeten zijn van wat de wereld om ons heen doet en daar moeten we actief op inspelen.

In dat kader speelt de samenwerking tussen het LUMC en Amsterdam UMC op het gebied van de cardiothoracale chirurgie een heel strategische rol. Ondanks de noodzakelijke coronamaatregelen zijn er belangrijke stappen gezet. Onder andere de samenwerkingsovereenkomst is in elkaar gezet zodat deze in januari 2022 getekend kon worden. Het “Instituut voor Hart- en Longchirurgie Nederland” is daarmee inmiddels een feit en zal steeds verder vorm krijgen. Door middel van expertiseteams worden wij steeds beter, niet alleen op het gebied van zorg, maar zeker ook in onderzoek, onderwijs en opleiding. Voor onderzoek kunnen wij nu leunen op de kracht van 3 universiteiten en voor de opleiding Cardiothoracale Chirurgie maken wij gebruik van een nog veel grotere ervaring bij een staf van inmiddels 25 chirurgen, alsmede vele (kinder)cardiologen. Dus als we het hebben over “Grensverleggend Beter Worden”, de strategie van het LUMC, kunnen we wel zeggen dat wij in die lijn een enorme stap hebben gezet.

 

“Uit de jaarlijkse getallen kunnen we opmaken dat we naast het verrichten van meer ingrepen, dit ook nog eens met een uitzonderlijk hoge kwaliteit hebben gedaan”

Goede scores op diverse gebieden

Uit de jaarlijkse getallen die verderop in dit verslag staan vermeld kunnen we opmaken dat we naast het verrichten van meer ingrepen, dit ook nog eens met een uitzonderlijk hoge kwaliteit hebben gedaan. De mortaliteitscijfers zijn erg fraai en dat ondanks de omstandigheden die hierboven zijn geschetst. Ook op andere gebieden hebben we een goede score: de opleidingsmonitor laat een mooi beeld zien van onze opleidingen. We hebben heel goede artsen in opleiding!

Op het gebied van onderzoek gebeurt er tevens veel. Op grote jaarlijkse congressen werd een flink aantal Leidse onderzoeksresultaten gepresenteerd en waren onze afdelingen zeer sterk vertegenwoordigd. Er mochten weer aansprekende prijzen en subsidies verwelkomd worden. We gaan niet voor minder!

Al met al is 2021 een bewogen jaar geweest. Er zijn door de lastige omstandigheden ondertussen veel nieuwe initiatieven ontstaan, ambitieuze plannen gemaakt voor verder herstel van het aantal ingrepen, fraaie onderzoeksplannen gesmeed en nieuwe gesprekken gestart om de regio beter te bedienen. Zo eindigde 2021 als een grote uitdaging voor 2022!

“Al met al is 2021 een bewogen jaar geweest”



Afdelingshoofden Hart Vaat Long Centrum

Jaap Hamming, Wouter Jukema, Robert Klautz, Egbert Smit

 

 

02 
Het Hart Vaat Long Centrum

 

Het Hart Vaat Long Centrum is een multidisciplinaire organisatie binnen het Leids Universitair Medisch Centrum. Wij bieden topklinische en innovatieve patiëntenzorg aan patiënten met aangeboren of verworven hart- vaat- en longziekten door technologie met excellente vaardigheden en kennis te combineren, gedreven door wetenschap, onderwijs en training.

Grensverleggend beter worden

In het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) streven we naar de verbetering van de gezondheidszorg en de gezondheid van mensen.

De gezondheid van de wereldbevolking is één van de grootste uitdagingen van onze tijd. Het LUMC gelooft dat deze uitdaging vraagt om een duidelijke visie en missie. Bij ons zitten onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg allemaal onder één dak.

Studenten worden voorbereid op een leven lang innoveren en leren. Onderzoekers laten zich inspireren en toetsen hun bevindingen direct in de praktijk. Patiënten kunnen erop vertrouwen dat zij volgens de meest actuele stand van de wetenschap geholpen worden. Het LUMC gelooft hierbij in genezen maar ook in voorkomen. Grensverleggend beter worden noemen we dat.

In aansluiting op deze strategie streeft het Hart Vaat Long Centrum naar topbehandeling van patiënten, baanbrekend wetenschappelijk onderzoek en hoogstaand onderwijs voor nu en in de toekomst.

 

Ons doel

Het Hart Vaat Long Centrum heeft als doel onze huidige en toekomstige patiënten optimale zorg te bieden in een veilige en professionele omgeving met goed getraind medisch personeel voorzien van de meest geavanceerde apparatuur voor diagnose, behandeling en prognose van hart-, vaat- en longziekten. Een ander belangrijk doel is om de aanpak van deze ziekten verder te verbeteren door de ontwikkeling van nieuwe technieken, door een beter begrip te krijgen middels wetenschappelijk onderzoek én door de opleidingen van medisch en wetenschappelijk personeel continu te toetsen en te verbeteren. Deze doelen worden nagestreefd door een toegewijd team van – onder andere – cardiologen, longartsen, cardiothoracale chirurgen, wetenschappers, verpleegkundigen, operatieassistenten, physician assistants, verpleegkundig specialisten, analisten, technici, secretaresses, en IT specialisten.

Prof. dr. Egbert Smit is per eind september 2021 benoemd tot afdelingshoofd van de afdeling Longziekten. Hij heeft het stokje overgenomen van prof. dr. Piet Postmus. In zijn nieuwe functie heeft Smit bijzonder veel aandacht voor innovatie binnen longoncologie.

Smit (1961) werkte al in een kleine aanstelling bij het LUMC. Hij studeerde geneeskunde en filosofie in Groningen. Hij was universitair hoofddocent longgeneeskunde bij VUmc en staflid van de afdeling Longziekten van het Martini Ziekenhuis Groningen. Bij Amsterdam UMC is hij sinds 2005 hoogleraar Longgeneeskunde. Hij komt over van het NKI-AvL.

 

Innovatie
Smit vindt het belangrijk dat de LUMC-afdeling Longziekten zichtbaar is als academische discipline binnen het academische ziekenhuis. Hij wil deze plek sterker innemen door in te zetten op klinisch onderzoek.

“We moeten als afdeling inzetten op het vinden van antwoorden op belangrijke vraagstukken binnen de longziekten door het doen van onderzoek. Zo kunnen wij een innovatieve positie innemen. Men weet dan echt wat ze aan ons als afdeling hebben en waar we goed in zijn”, aldus Smit. Vooral het onderzoek doen naar chronische longziekten en longkanker is een belangrijke pijler voor hem. “Wij hebben nog te weinig antwoorden op het gebied van deze ziektes.”

 

Belangrijke ontwikkelingen
De belangrijkste ontwikkeling binnen het vakgebied longziekten en dan in het bijzonder longoncologie is de ontwikkeling van immunotherapie. Smit heeft zich hierin gespecialiseerd en zal samen met de afdeling deze ontwikkeling verder vormgeven en uitwerken.

In samenwerking met de Clinical Research Unit Oncologie (O-CRU) wil hij zijn klinisch onderzoek faciliteren met als doel om nieuwe geneesmiddelen naar het ziekenhuis te brengen en beschikbaar te stellen voor de afdeling en haar patiënten.

Daarnaast hoopt Egbert Smit de positie van longartsen te verstevigen door het versterken van de academische component van de afdeling.

Afdeling Cardiothoracale chirurgie

Afdelingshoofd / opleider
Prof. dr. R.J.M. (Robert) Klautz

Waarnemend afdelingshoofd
Prof. dr. J. (Jerry) Braun

Hoofd kinderhartchirurgie
Prof. dr. M.G. (Mark) Hazekamp

Hoofd longchirurgie
Prof. dr. J. (Jerry) Braun

Hoofd kliniek
Drs. A. (Arend) de Weger

Verpleegkundig manager
E.M. (Els) Nagtegaal

Cardiothoracaal chirurgen
Prof. dr. R.J.M. (Robert) Klautz
Drs. A. (Arend) de Weger
Prof. dr. J. (Jerry) Braun
Dr. M. (Meindert) Palmen
Dr. T.J. (Thomas) van Brakel, plaatsvervangend opleider
Dr. R.A.F. (Rob) de Lind van Wijngaarden
Drs. D. (Dario) Candura
Dr. M. (Merlijn) Hutteman, longchirurg
Dr. J. (Jesper) Hjortnaes
Drs. G.M.M. (Ghada) Shahin
Dr. S. (Sailay) Siddiqi

Kinderhartchirurgen
Prof. dr. M.G. (Mark) Hazekamp
Dr. D.R. (Dave) Koolbergen
Dr. V. (Vlado) Sojak
Dr. L. (Léon) Putman, fellow

Stafadviseur
M.A. (Rianne) Kalkman

Onderzoekscoördinator
Drs. E.F. (Eline) Bruggemans

Kwaliteitsadviseur
R. (Rick) Versteegh, MSc

Informatieanalist
Ir. L.C. (Loes)van Ginkel

AIOS
Dr. N. (Nimrat)Grewal
Dr. B. (Bardia) Rabkhani
Drs. A.W. (Adiaan) Schneider
Drs. A. (Anton) Tomšič

ANIOS
Drs. A.R. (Roos) de Jong
Drs. M.E. (Martijn) van de Lande
Drs. S.A. (Shaëlle) Ons
Drs. J.A. (Jeroen) Oortman Gerlings
Dr. B.G. (Babs) Sibinga Mulder
Drs. D. (David) Yousef
Drs. P. (Pietro) Zappala

Physician Assistants
B.L.K. (Linda) Hoek, planner
A. (Anna) Metselaar, casemanager longchirurgie
T.C. (Teus) Visser
M. (Maarten) Vrijburcht
L.J.M. (Lisanne) van Huizen
D. (Dorien) van der Sluis
J.L. (Jos) Verhoef
C. (Caroline) Göbel (i.o.)
N. (Nabil) Sadeqi (i.o.)
S. (Seda) Dag (i.o.)

Verpleegkundig specialist
E. (Ellen) Poorter

Geneeskundig medewerker
T. (Timofey) Nevvazhay, MD

Perfusionisten
Ing. E. (Eelco) van Es
Ing. A. (Arjen) van der Baan
L. (Lindy) Liebenberg, MSc
Drs. H. (Hiddo) Rombout
F.G.J. (Fred) Tyl, BSc
E. (Elise) Wendel, MSc (hoofd)
J.D.V. (Juan) Hugo, BSc (waarnemend hoofd)
S.C.M. (Sophie) van Veen
L. (Linde) Linthorst
R.C. (Renate) van Driel
E.E. (Nora) Lambert i.o.

Promovendi
F.M.A. (Fabiënne) van Hout, MD
A.W. (Adriaan) Schneider, MD
A. (Anton) Tomšič, MD
F.M. (Friso) Rijnberg, MD
M.E. (Marieke) van Vessem, MD
N. (Niels) Harlaar, MD
M.D. (Michiel) Vriesendorp, MD
O. (Olga) Papazisi, MD
B.J.J. (Bart) Velders, MD

Buitenpromovendi
P. (Patrick) Klein. MD
Z. (Zaki) Haidari, MD

Onderzoeker
Dr. D. (Daniele) Spinozzi

Laborant
D.M.J. (Daan) Vlemmings, MSc

Stafsecretariaat
Drs. G.H. (Gabriëlle) Veltema (hoofd)
M.J. (Mary) Moenen – van Berge-Henegouwen
E.B.M. (Evelien) van Westerop (kinderhartcentrum)

Planningssecretariaat
H.C.M. (Bea) Brugman – Nagtegaal
D.J. (Daisy) Colpa
S. (Stephanie) Kralt
J.P. (Jessica) Volwater
M.S. (Melissa) Wallaart

Afdeling Hartziekten

Afdelingshoofd 
Prof. dr. J.W. (Wouter)Jukema

Vervangend afdelingshoofd
Dr. S.L.M.A. (Saskia) Beeres

Opleider
Dr. S.A.I.P. Trines

Vervangend opleider
Prof. dr. J.W. (Wouter) Jukema

Hoofd polikliniek
Dr. A.J.H.A. (Arthur) Scholte
Hoofd kliniek
Dr. S.L.M.A. (Saskia) Beeres

Verpleegkundig manager
E.M. (Els) Nagtegaal

Hoofd Eerste Hart Hulp
Dr. J.M.J. (Mark) Boogers

Hoofd Simulatie laboratorium
Dr. R.W.C. (Roderick) Scherptong

Imaging
Dr. N. (Nina) Ajmone Marsan
Prof. dr. J.J. (Jeroen) Bax
Dr. J.M.J. (Mark) Boogers
Dr. V (Victoria) Delgado
Dr. P.R.M. (Paul) van Dijkman
Dr. E.R. (Eduard) Holman
Dr. A.A. (Arti) Ramkisoensing
Dr. H.J. (Hans-Marc) Siebelink
Dr. A.J.H.A. (Arthur) Scholte

Hartfalen

Dr. S.L.M.A. (Saskia) Beeres
Dr. L.F. (Laurens) Tops
Dr. M.L. (Louisa) Antoni
Dr. M.C. (Melina) den Haan
Dr. M.L.A. (Marlieke) Haeck

Congenitale Hartziekten
Dr. A.D. (Anastasia) Egorova
Dr. M.R.M. (Monique) Jongbloed
Dr. P. (Philippine) Kiès
Dr. H.W. (Hubert) Vliegen

Interventiecardiologie
Prof. dr. D.E. (Douwe) Atsma
Prof. dr. J.W. (Wouter) Jukema
Prof. dr. M.J. (Martin Jan) Schalij
Dr. I. (Ibtihal) al Amri
Dr. F. (Fatih) Arslan
Dr. B.O. (Brian) Bingen
Drs. I. (Iannis) Karalis
Drs. F. (Frank) van der Kley
Drs. J. (José) Montero Cabezas
Dr. R.W.C. (Roderick) Scherptong

Elektrofysiologie
Prof. dr. M.J. (Martin Jan) Schalij
Prof. dr. K. (Katja) Zeppenfeld
Dr. R. (Reza) Alizadeh Dehnavi
Dr. M. (Marianne) Bootsma
Dr. L. (Lieselot) van Erven
Dr. S.R.D. (Sebastiaan) Piers
Drs. M. (Marta) de Riva Silva
Dr. S.A.I.P. (Serge) Trines
Dr. A.P. (Hadrian) Wijnmaalen

Wetenschappelijke stafleden
Prof. dr. A.V. (Alexander) Panfilov
Prof. dr. R.E. (Rob) Poelmann
Prof. dr. P. (Paul) Steendijk
Dr. D.A. (Daniël) Pijnappels
Dr. ir. S.M. (Sander) van der Meer
Dr. ir. E.T. (Enno) van der Velde
Dr. A.A.F. (Twan) de Vries

Medical coordinator ECG 
Dr. S. (Sum-Che) Man

Kwaliteitsadviseur
R. (Rick) Versteegh, MSc

Communicatie- en onderwijsadviseur
S. (Shelly) Spijker

DBC-consulenten
J. (Wanda) van ’t Hof – de Zoete
E.E.A. (Eliane) van der Lans-Mommers

Protocollenbeheer
L.E. (Louise) Verdoes

AIOS
Dr. R. (Rachid) Abou
Dr. S.F.A. (Said) Askar
Dr. B.O. (Brian) Bingen
Dr. M.S. (Maurits) Buiten
Dr. L. (Lotte) Couperus
Drs. J.F.D. (John) Ferdinand
Drs. S.N. (Sanjay) Gobardhan
Dr. M.A. (Michiel) de Graaf
Drs. M.P.J. (Maaike) Hermans
Dr. A.C. (Aafke) van der Heijden
Drs. M. J.H. (Mand) Khidir
Dr. K.A. (Kirsten) Kortekaas
Dr. E.S.J. (Eleanore) Kröner
Dr. M.V. (Madelien) Regeer
Dr. P.J. (Phillipe) van Rosendael
Drs. J. (Jeroen) Venlet
Dr. S. (Suzanne) van Wijngaarden
Dr. D. (Dilek) Yilmaz

ANIOS
M. Margriet) Bogerd
K.G. (Gordon) Chu
T.W. (Dorine) Elffers
M. (Michelle) Feijen
P.R.R. (Pim) van Gorp, MD, MSc
Drs. C. (Clifford) Isenia
M. (Mustafa) Kaynak
S. (Stephanie) Krips
M. (Marieke) Nederend
C.J. (Chantal) Nieuwenhuizen
S. (Silja) Seinen
A. (Ashley) Verburg
J. (Justin) Wallet
H.W. (Yoska) Wu

Acute fellow cardiologie
F. (Floris) van den Brink
A.L. (Bram) van Duijn

Verpleegkundig specialisten
D. (Dounia) den Hartog-Laaroussi
N. (Nicolette) van Hof
L.N. (Nicole) van Keulen, MANP
E.I.H. (Liza) Lima Setyawan, MSc
A.A.J. (Aafke) Lommerse, MSc
R. (Renske) van der Plas, MSc
L.A.M. (Loes) van Winden, MSc
T.R. (Tessa) Witteman

Verpleegkundig specialisten in opleiding
M. (Maaike) van Keulen

Onderzoeksverpleegkundigen
E. (Ellen) van der Willik
A.J.W. (Sandra) Bijl
I. (Irene) A. Barnhoorn-Bakker

Promovendi
(Saif) Abdel-Kafi, MSc
T.E. (Tom) Biersteker, MSc
H.S. (Sophia) Chen, MSc 
S. (Suren) Chimed, MD
F.Y. (Finn) van Driest MSc
M. (Michelle) Feijen, MSc 
D.L. (Daan) de Frel, MSc
Y. (Yang) Ge, MSc
X. (Xavier) Galloo, MSc
J.C. (Julius) Heemelaar, MSc
N. (Niels) Harlaar, MSc
K. (Kensuke) Hirasawa, MSc 
I. (Inge) van den Hoogen, MSc
J.C. (Jarieke) Hoogendoorn, MSc
M.J.P. (Max) van Hout, MSc
E. (Eva) Janssen, MSc
E.R. (Enrico) de Koning, MSc
C.J. (Claire) Koppel, MSc
J.H. (Jurriën) Kuneman, MSc
D. (Dorien) Laenens, MD
M.C. (Maria) Meucci, MD
T. (Take) Nabeta, MD
M. (Marieke) Nederend, MSc
S. (Sharif) Omara, MSc
G.K. (Gurpreet) Singh, MSc
D.B.H. (Diederick) Verheijen, MSc
X. (Xu) Wang, MSc
A.L. (Aniek) van Wijngaarden, MSc
I. (Idit) Yedidya, MD

Stafsecretariaat
T.A.K. (Talitha) Karijodimedjo (hoofd)
K.J. (Kariene) van den Burg
J.R. (Julie) van Donge-Bausch
M.C. (Marloes) van Saase

Planningssecretariaat
H.C.M. (Bea) Brugman-Nagtegaal
D.J. (Daisy) Colpa
M.S. (Melissa) Wallaart
J.P. (Jessica) Volwater
S. (Stephanie) Kralt

Hoofd laboratorium Hartziekten
Dr. D.A. (Daniël) Pijnappels, PhD

Vervangend hoofd
Dr. A.A.F. (Twan) de Vries, PhD

Adviseurs
D.L. (Dirk) Ypey, PhD
PhDA.V. (Alexander) Panfilov, PhD

Researchanalisten
W.H. (Minka) Bax, BSc
C.I. (Cindy) Schutte-Bart, BSc
J. (Juan) Zhang, PhD
S. (Sven) Dekker, MSc

Post-doc
A. (Arti) Ramkisoensing, MD, PhD
T. (Tim) de Coster, PhD
B. (Balazs) Ördög, PhD
V. (Vincent) Portero, PhD
N. (Natalija) Bogunovic, PhD

Promovendi
A.S. (Alexander) Teplenin, MSc
E.N. (Emile) Nyns, MD
N. (Niels) Harlaar, MSc
P.R.R. (Pim) van Gorp, MD, MSc
D. (Desmond) Kabus, MSc
M. (Michiel) Blok, MSc
S. (Shanliang) Deng, MSc

 

Afdeling Longziekten

Afdelingshoofd
Prof. dr. P.E. (Piet) Postmus (tot eind september)
Prof. dr. E.F. (Egbert) Smit (vanaf eind september)

Opleiders
Dr. M.K. (Maarten) Ninaber
Dr. A.M. (Annelies) Slats (plv)
Dr. L.N.A. (Luuk) Willems (plv)

Hoofd kliniek
Dr. J.G. (Julia) Koopmans
Dr. W.W. (Wouter) Mellema

Hoofd polikliniek
Prof. dr. P.E. (Piet) Postmus
Drs. S.R.S. (Rajen) Ramai
Dr. A.M. (Annelies) Slats (sectie Lisse)

Hoofd scopieafdeling
Dr. L.N.A. (Luuk) Willems

Hoofd longfunctie
Dr. J.J.M. (Miranda) Geelhoed
Dr. M.K. (Maarten) Ninaber

Hoofd Clinical Research Unit (CRU)
Dr. J. (Jan) Stolk

Longartsen
Prof. Dr. P. (Paul) Baas
Drs. F.J. (Frank) Borm
Dr. J.J.M. (Miranda) Geelhoed
Drs. B.P.C. (Bart) Hoppe
Dr. J.G. (Julia) Koopmans
Dr. W.W. (Wouter) Mellema
Drs. M.K. (Maarten) Ninaber
Prof. dr. P.E. (Piet) Postmus
Drs. S.R.S. (Rajen) Ramai
Dr. A.M. (Annelies) Slats (sectie Lisse)
Prof.dr. E.F. (Egbert) Smit
Drs. J. (Jasper) Smit
Drs. L.C. (Laurie) Steinbusch
Dr. J. (Jan) Stolk
Dr. L.N.A. (Luuk) Willems

AIOS
R.H.F. (Rashaad) Badloe
Dr. A.J. (Anne) Breugom
Dr. A.R. (Amanda) van Buul
N. (Nilan) Kathiravetpillai
E.R. (Emiel) Marges
J. (Jorn) Nutzinger
D.J. (Duco) Schippers
G.C.M. (Gijs) van de Ven
Dr. E.F.A. (Emily) van ‘t Wout

ANIOS
M.E. (Maria) Fantaye
C.J. (Dianne) de Gooijer
F. (Fatih) Güclü, MSc
M. (Melek) Hüyük. MSc
A. (Anne) Kraan, MSc
M.E. (Meriam) Kuipers, MSc
Dr. W.W. (Wouter) Mellema
N.R. (Nadia) Moss
L. (Liselotte) Mulder
B.F.M. (Bas) van Raaij, MSc
I.G.M. (Iris) Schouten, MSc
R.D. (Robert) Schouten, MSc
J.R.G. (Jeroen) Torremans

Verpleegkundig specialisten
C. (Corry) van der Meij
E. (Erzsèbet) Versteeeg-Gergely (i.o.)
E.W.M. (Lisanne) van der Stel-Dijkers (i.o.)

Physician Assistants
K.M.C. (Kelly) van Doorn-Hogervorst (i.o.)

Wetenschappelijk medewerker
Dr. A.M. (Anne) van der Does
Dr. L.A. (Letty) de Weger

Promovendi
F.J. (Frank) Borm, MSc
W.A. (Wieneke) Buikhuisen, MSc
K. (Kristof) Cuppens, MSc
M.J. (Maria) Disselhorst, MSc
C.J. (Dianne) de Gooijer, MSc
B.P.C. (Bart) Hoppe, MSc
M. (Melek) Hüyük, MSc
N. (Naomi) Kappe, MSc
M.E. (Merian) Kuipers, MSc
M. (Mirte) Muller, MSc
S. (Sander) van Riet, MSc
I.G.M. (Iris) Schouten, MSc
R.D. (Robert) Schouten, MSc
J.A. (Jasmijn) Schrumpf, BSc
J. (Jasper) Smit, MSc
Y. (Ying) Wang, MSc
Y. (Yolanda) van Wijck, MSc

Stafsecretariaat
N. (Naoual) Dahhane-Kada
A. (Anneke) van der Mey
M. (Monica) Vonk-Westenberg

 

PulmoScience laboratorium

Hoofd
Prof. dr. P.S. (Pieter) Hiemstra (GRP team; lid afdelingsbestuur en voorzitter wetenschapscommissie)

Staf
Dr. A.M. (Anne) van der Does (assistant professor; lid afdelingsbestuur en wetenschapscommissie)
Dr. L.A. (Letty) de Weger (wetenschappelijk medewerker)
Dr. A.M. (Annelies) Slats (MD, staflongarts)
Dr. J. (Jan) Stolk (MD, staflongarts; secretaris wetenschapscommissie)

Researchanalisten
W.A.A.M. (Annemarie) van Schadewijk (senior, GRP team)
A.C. (Bram) van der Linden
D.K. (Dennis) Ninaber (GRP team)
Dr. J.A. (Jasmijn) Schrumpf

Post-doc
Dr. P.P.S.J. (Padmini) Khedoe (senior; lid wetenschapscommissie)
Dr. S. (Sijia) Liu
Dr. A. (Abilash) Ravi
Dr. A. (Alejandro) Rodriguez Ruiz

Promovendi
M.E. (Merian) Kuipers (MD;)
P.R. (Patrick) Lennard (MSc; Infectieziekten)
M.M. (Marcia) Oldenburger (MSc; RIVM)
I.G.M. (Iris) Schouten (MD)
A.M. (Amy) de Waal (MSc; Infectieziekten)
Y. (Ying) Wang (MSc) 


 

Afdeling Vaatchirurgie

Afdelingshoofd
Prof. dr. J.F. (Jaap) Hamming
(Per 1 mei 2022 Dr. A. (Abbey) Schepers)

Opleider Heelkunde
Dr. A. (Abbey) Schepers

Vaatchirurgen
Prof. dr. J.F. (Jaap) Hamming
Dr. A. (Abbey) Schepers
Drs. J. (Jan) van Schaik
Dr. J. (Joost) van der Vorst
Dr. D. (Daniel) Eefting

Research team

Hoofd
Prof. dr. P.H.A. (Paul) Quax

Staf
Dr. M.R. (Margreet) de Vries
Dr. A.Y. (Yaël) Nossent
Dr. J.H. (Jan) Lindeman

Research analisten
H.A.B. (Ema) Peters, BSc
C.M. (Connie) van Rhijn, BSc

Promovendi
H. (Hoda) Alimohammed
B.L.S. (Boudewijn) Borger van der Burg
J.J.W.M. (Jeroen ) Brouwers
L.E. (Laura) Bruijn
R.M.A. (Ruth) Bulder
L.L.M. (Laura) van der Heijden
P. (Pim) van den Hoven
E. (Eva) van Ingen
A. (Alwin) de Jong
E.G. (Noor) Karthaus
P. (Peter) Kip
A.H.M. (Judith) Peeters
P. (Paola) Perrotta
N. (Niek) Pluijmert
V.Q. Sier
T.J. (Thijs) Sluiter
S.M. (Stefanie) Tomee
J.A.S. (Jaco) Tresfon
H. (Hugo) Veger
M.J. (Merel) Verhagen
F.S. (Floris) Weller
T. (Tamar) Woudenberg
L. (Licheng) Zhang

CVIC interventiekamer

03 
Zorg

Het Hart Vaat Long Centrum Leiden bestaat uit een team enthousiaste medewerkers dat met veel toewijding samenwerkt met als doel goede, efficiënte en veilige zorg te bieden en de zorg voor patiënten met hart-, vaat- en longaandoeningen te optimaliseren.
Onze onderzoekers zijn dagelijks betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe methoden voor diagnostiek en behandeling van hart-, vaat- en longziekten. Uitvoering en vernieuwing van bestaande richtlijnen als ook het verkrijgen van nieuwe inzichten hebben wij tot doel.

Samenwerkingen

In 2021 zijn diverse interne- en externe samenwerkingen opgestart en/of geïntensiveerd. 

Cardiothoracale chirurgie LUMC en Amsterdam UMC

Sinds maart 2019 zijn de afdelingen Cardiothoracale Chirurgie van het LUMC en het Amsterdam UMC onder leiding gekomen van één gezamenlijk afdelingshoofd, Prof. dr. R.J.M. Klautz, en is een intentieverklaring tot verdere samenwerking ondertekend.

De achterliggende gedachte bij deze beoogde samenwerking bestond uit de gevoelde noodzaak om de krachten te bundelen. Dit om een sterk, toonaangevend hart- en longchirurgisch centrum ook voor de toekomst te behouden. Los van elkaar zouden de afdelingen van beide huizen relatief klein zijn en dus met beperkte middelen en resources moeten werken. Een dergelijk duur specialisme vraagt immers de nodige investering in expertisevorming, onderwijs en onderzoek. Het samenwerkingsverband bevindt zich in een complex organisatorisch verband. Het maakt deel uit van twee academische centra waarbinnen het deel uitmaakt van de beide hart- en longcentra die samen met de afdelingen Cardiologie en Longziekten worden gevormd. Daarbij wordt er nauw samengewerkt met de (Cardio) Anesthesiologie, IC en Verpleegafdeling binnen LUMC en Amsterdam UMC.

Sinds 2020 opereren stafchirurgen over en weer op de verschillende locaties van de beide academische centra. Ondanks de noodzakelijke Corona maatregelen zijn er in 2021 belangrijke stappen gezet. De samenwerkingsovereenkomst is in elkaar gezet zodat die in januari 2022 getekend kon worden, de structuur van het centrum heeft vorm gekregen, er is veel op de achtergrond gebeurd en er zijn nieuwe collega’s aangenomen. Het “Instituut voor Hart- en Longchirurgie Nederland” is daarmee inmiddels een feit en zal steeds verder vorm krijgen. Natuurlijk blijven wij in het Hart Vaat Long Centrum samenwerken met onze ketenpartners in de omgeving, met name ook in de Haagse regio. Er zijn expertgroepen gevormd die een belangrijk onderdeel van dit samenwerkingsverband vormen. In de expertgroepen wordt gezamenlijk beleid ontwikkeld omtrent bepaalde ingrepen en aandoeningen. Ook nemen de expertgroepen het voortouw voor het opzetten van gezamenlijke research projecten. Voor onderzoek kunnen wij nu leunen op de kracht van 3 universiteiten en voor de opleiding maken wij gebruik van een nog veel grotere ervaring bij een staf van inmiddels 25 chirurgen, alsmede vele (kinder)cardiologen.

         

 

 

Cardiovasculair Interventiecentrum

Het jaar 2021 begon met de ingebruikname van het Cardiovasculair Interventiecentrum (CVIC) en dat heeft zeker een boost gegeven aan de interventies binnen het Hartcentrum (het cardiologische deel was al wat eerder open) en binnen de afdeling Cardiothoracale Chirurgie in het bijzonder. Na heel veel jaren van denken, ontwerpen, praten en soms ook felle discussies staat er nu een heel bijzonder centrum dat uniek is in Nederland en ook van buitenlanders jaloerse blikken ontvangt. In de loop van het jaar hebben we de kinderziektes kunnen aanpakken en kunnen we met recht zeggen dat dit een heel bijzondere plek is.

“Het CVIC is een prettig centrum, er is veel buitenlicht en het centrum bestaat uit fijne lichte kamers”, vertelt Maaike Deckers, teamleider operatieassistenten. De kamers zijn uitgerust met de nieuwste technologieën en bieden veel mogelijkheden. OK 4 bevat een DaVinci Robot. Er is ruimte voor twee consoles, mocht er een gastoperateur mee willen doen. Ook de beeldroutering op het CVIC is een mooie toevoeging aan het proces. Tijdens de inleiding kan de anesthesioloog de echobeelden en de CT met behulp van een monitor op een pendel dichtbij positioneren. Maar ook de chirurg heeft tijdens de ingreep de mogelijkheid om verschillende soorten beelden op monitoren te zetten. De operatieassistent kan nu ook goed meekijken met de ingreep. Door alle chirurgen tevens uit te rusten met een nieuwe hoofdlamp kunnen ze ook in de diepte van de thorax goed zicht creëren.

Deckers vertelt dat de lijnen op het CVIC korter zijn en collega’s zoals operatieassistenten, anesthesiemedewerkers, perfusionisten, logistiek en de specialisten beter bereikbaar en beschikbaar zijn. Het maakt dat de samenwerking intensief en goed op elkaar is ingespeeld. 

 

 

Centrum Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL)

In 1995 werd een belangrijke stap genomen door drie academische ziekenhuizen, het Amsterdamse AMC en VU Medisch Centrum, inmiddels Amsterdam Universitair Medische Centra (Amsterdam UMC) en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) in Leiden, om de zorg voor patiënten met aangeboren hartafwijkingen te concentreren. Dit heeft geresulteerd in de oprichting van het Centrum Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL).

Het CAHAL functioneert als één centrum met één team van congenitaal cardiothoracale chirurgen gespecialiseerd in aangeboren aandoeningen, kindercardiologen en congenitaal cardiologen.

De visie van het CAHAL is om de beste kwaliteit van zorg te leveren voor patiënten met aangeboren hartafwijkingen vanaf prenatale leeftijd tot en met volwassenheid. Dit bereiken we door schaalvergroting, samenwerking en deelspecialisaties waardoor een grote expertise is opgebouwd op het gebied van complexe congenitale hartoperaties, intensive care zorg, katheterinterventies, prenatale diagnostiek, cardiale beeldvorming en hartritmestoornis behandeling. Er is een nauwe samenwerking met de regionale ziekenhuizen waardoor een deel van de zorg dicht bij huis kan worden georganiseerd (shared care).

In het CAHAL worden jaarlijks 450 hartoperaties en 400 katheterbehandelingen bij kinderen en volwassenen met aangeboren hartafwijkingen uitgevoerd. Het CAHAL behoort hiermee tot een van de grotere centra binnen Europa.

In 2021 kregen we ook een moeilijke boodschap van de minister van VWS, die besloot in december dat de kinderhartchirurgie uit Leiden/Amsterdam moest verdwijnen. Dat heeft tot een storm van emoties en kritiek geleid waar we tot ver in 2022 mee bezig zijn. Heel bijzonder is de saamhorigheid die in het CAHAL naar boven kwam en heel veel energie heeft gegeven om deze beslissing aan te vechten; en tot nu toe met succes. Zo blijkt maar weer hoe de buitenwereld een enorme invloed kan hebben op ons werk, onze ambities en onze dromen. 

 

              

 

 

Universitair Vaat Centrum (UVC)

Het Universitair Vaat Centrum (UVC), het samenwerkingsverband tussen de vaatchirurgen van het Haaglanden Medisch Centrum (HMC) en Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), heeft zich in 2021 verder bestendigd. Samenwerking speelt zich voornamelijk af op het gebied van aorta chirurgie en carotis chirurgie. Tevens wordt een hoog kwalitatieve 24/7 vaatchirurgische dekking gewaarborgd door een gezamenlijk dienstrooster.

In 2021 is een gezamenlijk multidisciplinair overleg, genaamd CEA-complicatie-bespreking, ingericht waarbij op maandelijkse basis alle geopereerde patiënten (na-)besproken worden. Eventuele complicaties worden geregistreerd en geduid door een plenaire discussie met alle aanwezige vaatchirurgen en arts-assistenten. Op deze manier willen we een meer robuuste analyse van onze uitkomsten mogelijk maken en verbeterinitiatieven in gang zetten.

Tevens is er een gemeenschappelijk protocol ontwikkeld in samenwerking met de interventieradiologen en neurologen dat handvatten geeft om de huidige situatie en verwachte toekomstige ontwikkelingen op het gebied van carotisstenting te plaatsen in de behandeling van patiënten met een symptomatische carotisstenose.

In 2021 zijn een aantal gemeenschappelijke wetenschappelijke projecten binnen het UVC verder uitgewerkt en is de samenwerking in de medische vervolgopleiding verder geïntensiveerd door het aanbieden van een gelateraliseerde endovasculaire stage in het HMC.

In 2022 zullen verkenningen gaan plaatsvinden naar een verdere uitbreiding van het UVC van zowel de gezamenlijke werkzaamheden als deelnemende klinieken in regioverband.

     

 

 

Willem Einthoven Centre of Arrhythmia Research and Management (WECAM)

Hoogleraar prof. dr. Katja Zeppenfeld
Prof.dr. Katja Zeppenfeld is hoogleraar klinische elektrofysiologie en hoofd van het onderzoeks- en behandelcentrum voor klinische elektrofysiologie in het LUMC. Ze wordt algemeen erkend als een van de beste onderzoekers op het gebied van klinische elektrofysiologie ter wereld. Met haar onderzoek heeft zij bijgedragen aan de ontwikkeling van nieuwe ablatiemethoden. Dit is een invasieve procedure voor de behandeling van ritmestoornissen, in het bijzonder bij patiënten met kamerritmestoornissen en patiënten met congenitale hartafwijkingen.

Verbonden aan Universitair Ziekenhuis Aarhus
Zeppenfeld ontmoette jaren geleden Jens Cosedis Nielsen, hoogleraar cardiologie aan de afdeling Klinische Geneeskunde van de Universiteit van Aarhus (AU) en co-directeur van de afdeling Cardiologie van het Universitair Ziekenhuis van Aarhus (AUH) toen zij beiden voor de European Heart Rhythm Association werkte. Hieruit volgde een nauwe samenwerking met een fantastische groep van elektrofysiologen in Aarhus.
Zeppenfeld is inmiddels als hoogleraar verbonden aan de afdeling Cardiologie van het Aarhus Universitair Ziekenhuis (Denemarken). Ze speelt een centrale rol op de afdeling en bezoekt de afdeling dan ook maandelijks. Ze is mede verantwoordelijk voor wetenschappelijk onderzoek en behandeling van patiënten met complexe kamerritmestoornissen. Deze aandoening neemt toe, dus deze specialisatie heeft een hoge prioriteit op de afdeling. 

Oprichting WECAM
Terwijl Zeppenfeld en Cosedis Nielsen mogelijke oplossingen voor complexe kamerritmestoornissen bespraken, raakten ze aan de praat over het proefdieronderzoek dat al in Aarhus was uitgevoerd. Zij kwamen tot de conclusie dat
het combineren van de diermodellen en expertise van Aarhus in combinatie met de ervaring met multimodale aritmiesubstraatanalyses uit Leiden een fantastische kans zouden zijn om het veld vooruit te helpen. De afdelingen Cardiologie van Het Leids Universitair Medisch Centrum (Nederland) en het Aarhus Universitair Ziekenhuis (Denemarken) hebben daarom de handen ineengeslagen door het instituut Willem Einthoven Centre of Arrhythmia Research and Management (WECAM) te vormen. Bij het WECAM-instituut wordt klinische zorg en onderzoek uitgevoerd volgens de hoogste normen.

 

 

 

Cardiothoracale chirurgie LUMC en Amsterdam UMC

Cardiovasculair Interventiecentrum

Centrum Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL)

Universitair Vaat Centrum (UVC)

Willem Einthoven Centre of Arrhythmia Research and Management (WECAM)

Innovaties & digitalisering

In 2021 zijn diverse mooie projecten opgestart en/of verder uitgewerkt op het gebied van innovatie en digitalisering.

HartF

Intraveneuze behandeling in de thuissituatie van patiënten met hartfalen die gedecompenseerd zijn

Heden is het mogelijk dat patiënten met hartfalen die gedecompenseerd zijn thuis door een verpleegkundig specialist behandeld kunnen worden met diuretica intraveneus in plaats van in het ziekenhuis. Dit project van de afdeling Hartziekten in samenwerking met Marente (thuiszorg) en Zorggroep Katwijk is recent opgestart, waarbij ook zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid en het Alrijne Ziekenhuis zijn betrokken.

Met dit project gaat het consortium intensieve zorg aanbieden over de traditionele lijnen van het ziekenhuis en huisartsenzorg heen, waardoor patiënten met hartfalen in een continuüm van zorg de juiste zorg op de juist plek krijgen. Komend jaar is het doel om minimaal 50 patiënten te includeren uit adherentiegebied Marente (Rijn-, Duin- en Bollenstreek). Verpleegkundig specialist Daniëlle Caspers gaat bij de patiënten thuis langs voor beoordeling en het eventueel toedienen van de  intraveneuze diuretica. Dit vindt plaats in samenwerking met het specialistenteam van Marente, na overleg met een betrokken hartfalencardioloog dan wel de behandelend huisarts. Patiënten worden daarna gemonitord via de Hartfalen Box, en worden zo nodig herhaaldelijk bezocht. Tevens zorgt Daniëlle Caspers er in samenwerking met Dr. Kirsten Kortekaas (cardioloog in het LUMC) en Huug van Duijn (kaderhuisarts hart- en vaatziekten) voor dat de wijkverpleging van Marente nascholing krijgt over (herkenning van) hartfalen. We verwachten dat patiënten met hartfalen langer in de eigen thuissituatie de juiste behandeling kunnen krijgen, wat de kwaliteit van leven zal verbeteren.

        

 

 

Orgaanperfusie

Groter aanbod donororganen door nieuwe methode

Voordat een orgaan getransplanteerd wordt, moet het een zo goed mogelijke kwaliteit hebben. Door een tekort aan geschikte donororganen, is de sterfte op de wachtlijst voor transplantatie hoog. Om deze reden worden steeds vaker donororganen van iets mindere kwaliteit geaccepteerd voor transplantatie, de zogenoemde “extended-criteria donor” (ECD). Echter leidt transplantatie van deze suboptimale organen uiteindelijk tot meer complicaties na transplantatie. Machine perfusie is een nieuwe methode voor het bewaren (preserveren), beoordelen en verbeteren in kwaliteit van donororganen. Het orgaan wordt in afwachting van transplantatie in een machine geplaatst die de omstandigheden van het menselijk lichaam nabootsen. 

Er zijn diverse voordelen toe te schrijven aan machine perfusie:

    • Verbetering van resultaten na transplantatie c.q. vermindering van complicaties;
    • Vermindering schade als gevolg van zuurstofgebrek;
    • De functionaliteit van het donororgaan kan worden geëvalueerd;
    • Mogelijkheid tot het transplanteren van meer dan één orgaan voor transplantatie. Dit maakt gelijktijdige pancreas-, nier- en levertransplantatie mogelijk;
    • 24-uurs bewaring is mogelijk. Dit vermindert de urgentie en vergroot de flexibiliteit. Operaties midden in de nacht kunnen hiermee worden vermeden;
    • Ook mogelijk tijdens lange en/of complexe operaties;
    • Er komen extra donororganen beschikbaar. Organen die kwalitatief te slecht zijn voor transplantatie kunnen herstellen tot een niveau waarop ze volwaardig kunnen functioneren na transplantatie.

 

 

Machinale orgaanperfusie ontwikkeling in LUMC

De ontwikkeling van machine perfusie kwam tot stand vanuit een aantal basisartsen die betrokken waren bij onderzoek naar perfusie van ‘losse’ organen voor de landelijke Normotherme Regionale Perfusie (NRP) van abdominale organen (nier, pancreas, lever). Naarmate de ontwikkeling van machine perfusie steeds groter en professioneler werd, kwam er steeds meer vraag naar kennis en ervaring vanuit perfusie. De klinisch perfusionisten van de afdeling Cardiothoracale Chirurgie van het LUMC zijn op de trein van deze ontwikkeling gestapt. Vanaf 2020 is deze samenwerking verder geïntensiveerd en zijn de klinisch perfusionisten vanaf maart 2021 onderdeel van het transplantatieteam en betrokken bij machine perfusie van donorlevers. 


In het LUMC Transplantatie Centrum is een Organ Preservation and Regeneration unit (OPR)  binnen het OK-complex opgericht waar organen kunnen worden voorbereid op transplantatie en voor machine perfusie. De OPR kan gezien worden als een Intensive Care (IC) voor donororganen. Nadat een orgaan met behulp van machine perfusie is getest en goedgekeurd kan het worden getransplanteerd. “De intensieve samenwerking binnen het LUMC op het gebied van machine perfusie is uniek, het is volledig geïncorporeerd in onze diensten en structuur”, vertelt Elise Wendel.

Juan Hugo
(klinisch perfusionist)

“Het is een andere manier van werken dan waar wij als perfusionist aan gewend zijn, omdat er geen sprake is van een adrenaline rush. Je hoeft geen patiënt op de hartlongmachine aan te sluiten, maar het is mooi en fijn werk om bij betrokken te zijn, omdat het meer orgaantransplantaties mogelijk maakt”

Officiële opleiding tot orgaanperfusionist

Met de ontwikkeling van machine perfusie van donororganen de afgelopen jaren, is er een toenemende vraag naar gespecialiseerd personeel ontstaan. Een nieuwe professie is ontstaan: de orgaanperfusionist. Dit heeft geleid tot het ontwikkelen van een postdoctorale opleiding, die onderschreven wordt door de European Society of Organ Transplantation (ESOT). In 2022 starten er vijftien studenten vanuit Nederland, België en Zweden met opleiding. Vanuit het Perfusie team LUMC starten er twee deelnemers. 

 


Toekomst en onderzoek

Machine perfusie is een nieuw veld waar nog volop onderzoek in gedaan wordt;
Aan de hand van nieuwe inzichten wordt de huidige werkwijze doorlopend geoptimaliseerd;
Uitbreiding naar machine perfusie van andere organen, zoals de nieren.

 

 

Vitality Box

Duurzame inzetbaarheid en vitaliteit medewerkers

Duurzame inzetbaarheid en vitaliteit spelen een grote rol in het LUMC. Medewerkers in en rond de zorg hebben intensieve jaren achter de rug. Met een team vanuit het Hart Vaat Long Centrum, Human Resource Management (HRM,) Nationaal eHealth Living Lab (NeLL) en Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM) is de Vitality Box in het leven geroepen. De Vitality Box heeft als doel om laagdrempelig gepersonaliseerde coaching aan te bieden aan al onze medewerkers.

De Vitality Box bestaat uit meerdere onderdelen; een smartwatch, de LUMC Care App, e-learnings en een coach. Met de smartwatch kunnen slaap en activiteit worden bijgehouden. In de app kunnen voeding en stress worden bijgehouden en kunnen alle metingen en gegevens worden ingezien. Samen met de coach kan een medewerker een doel stellen en bekijken welke middelen er voor handen zijn om dat doel te behalen. De e-learnings zijn vernieuwende en informerende cursussen op alle domeinen van gezondheid. Deze kunnen in het leerportaal gevolgd worden.

Ook effectieve methoden als de Stress Buddy en Learning My Way zijn geïntegreerd in de Vitality Box. Deze zomer beginnen we met een pilot van de Vitality Box. Daarna zetten we de laatste puntjes op de i en zal het ziekenhuisbreed aangeboden worden!

 

 

HARTc

Hollands-Midden Acute Regionale Triage-Cardiologie

Achtergrond

De opname (bedden) capaciteit staat steeds verder onder druk gezien het stijgende aantal aangeboden patiënten die cardiale zorg behoeven. Deze zorgcapaciteitsproblemen zijn door de COVID-19 pandemie nog meer toegenomen. De verwachting is dat er een verder opnamecapaciteitsprobleem gaat ontstaan door het groeiende aantal cardiale patiënten in zowel de 2e en de 3e lijn gezondheidszorg, de toenemende ligduur per patiënt ten gevolge van toenemende co-morbiditeit en vergrijzing van de patiënt populatie én door de toenemende verwijzingen vanuit de 1e lijn gezondheidszorg. Deze bovenstaande problemen onderschrijven de urgentie voor het opstellen van afspraken betreffende de (triage) acute cardiale zorg in de regio Hollands-Midden. Het triage plan Hollands-Midden Acute Regionale Triage-Cardiologie (HARTc) probeert hier een bijdrage aan te leveren.

 

Doel project HARTc

HARTc stelt als doel om de triage acute cardiale zorg (en de daaruit voortvloeiende logistiek) van patiënten in de regio Hollands-Midden te verbeteren, resulterend in een optimalisatie van zowel extramurale als intramurale zorg door 1) meer zorg op maat en 2) een verhoging van het doelmatig gebruik van de huidige zorgmiddelen. Alle patiënten met een primaire verdenking op een (acuut) cardiaal probleem (exclusief reanimatie, shock en STEMI) vallen onder HARTc.

Methode

In het project HARTc speelt de triage cardioloog en de ambulance een centrale rol. De triage cardioloog is bevoegd om een richtgevend centraal triage advies te geven aan de ambulance professional op basis van 4 triage pijlers: actuele medische hulpvraag, opname capaciteit, geografie, voorgeschiedenis en wens patiënt. Het centraal triage advies wordt gegeven voor iedere cardiale patiënt met daarin vermeldt welk ziekenhuis (of de thuissituatie) de beste (en snelste) zorg op maat kan leveren. Deze triage pijlers zijn inzichtelijk in het triage scherm (meekijken met ambulance vanuit het ziekenhuis en opname capaciteit).

Resultaten

HARTC is sinds september 2019 gestart en heeft een positief resultaat laten zien. We hebben een periode van 6 maanden met HARTc vergeleken met een 6 maanden periode zonder HARTc (beide groepen ongeveer 1500 personen). We zien hierbij een significante stijging in aantal thuislaters (verdubbeling) met HARTc en een forse afname in interklinische ambulance ritten. De thuislaters zijn ook veilig thuisgelaten met een MACE rate <1%. Het business model laat tot slot een positieve case zien met fors besparingseffect door HARTc.

Toekomst

Deze resultaten hebben geleid tot voortzetten van HARTc. Thans zijn we bezig met het idee van een universeel platform voor prehospitale triage, wellicht ook voor andere disciplines. Hiermee kunnen we hopelijk in de toekomst ook triage (met behulp van artificial intelligence) algoritme gaan ontwikkelen.

 

 

Leefstijl poli

Patiënten verwijzen voor de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI)

Sinds een aantal jaar kunnen zorgverleners in het LUMC patiënten verwijzen voor de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI). Een leefstijlprogramma van 2 jaar buiten het ziekenhuis dat volledig wordt vergoed.

Voor de zorgverlener is verwijzen heel gemakkelijk. Deze vraagt of de patiënt wilt deelnemen aan de GLI en zet een vinkje in het elektronisch patiëntendossier. Vervolgens krijgt de patiënt een telefonische afspraak met een leefstijlcoördinator op de leefstijlpoli. Deze leefstijlcoördinator zal de patiënt meer uitleg geven over de GLI, vragen beantwoorden, de doelen van de patiënt uitvragen, de motivatie uitvragen en eventueel motivational interviewing toepassen.

Als de patiënt wilt deelnemen stuurt de leefstijlcoördinator een verwijsbrief naar de leefstijlcoach bij de patiënt in de buurt. Die zal de patiënt oproepen voor een intake om de GLI te starten. Ook wordt altijd de huisarts ingelicht over deelname aan de GLI. Terugkoppelingen van de leefstijlcoach over het traject gaan naar de leefstijlcoördinator die het in het elektronisch patiëntendossier zet of terugkoppelt aan de verwijzende arts. De leefstijlpoli wordt gerund vanuit het Hart Vaat Long Centrum maar de verwijsmethode is voor het hele LUMC beschikbaar.

Zowel artsen als patiënten zijn erg tevreden over de verwijzingen naar de GLI! We zijn goed op weg en blijven onderweg continu verbeteren.

 

 

 

Complex endovasculair aorta programma

Stormachtige ontwikkeling endovasculaire behandeltechnieken voor aorta aneurysmata

De endovasculaire behandeltechnieken voor aorta aneurysmata maken het laatste decennium een stormachtige ontwikkeling door. Behalve infrarenale aneurysmata kunnen met innovatieve technieken nu ook suprarenale en thoraco-abdominale aneurysmata met custom-made stents worden behandeld. Deze ingrepen hebben een sterk multidisciplinair karakter en brengen complexe logistiek met zich mee.

In 2014 is in het LUMC een ‘complex endovasculair’ aorta programma opgezet uitgaande van een dedicated behandelteam. Behalve dat de zogenaamde ‘gefenestreerde en gebranchte’ stent technieken nu een vast onderdeel zijn van het programma, worden nieuwe innovatieve technieken wanneer mogelijk geïntroduceerd. Zo werd in 2021 gestart met het plaatsen van custom-made stents in de aortaboog waardoor steeds uitgebreidere pathologie minimaal invasief behandeld kan worden. Ook werden de eerste ‘candy-plugs’ geplaatst, waarbij aneurysmata die zijn ontstaan in een gedissecteerde aorta, endovasculair behandeld kunnen worden. Inmiddels is het aantal patiënten dat endovasculair  behandeld wordt voor een complex aneurysma 2.5 maal zo groot als het aantal patiënten met een eenvoudig aneurysma. Dit programma is daarmee volledig in lijn met de wens van het LUMC om voornamelijk hoogcomplexe TRF-zorg te verrichten.

HartF

Intraveneuze behandeling in de thuissituatie van patiënten met hartfalen die gedecompenseerd zijn

Orgaanperfusie

Groter aanbod donororganen door nieuwe methode

Vitality Box

Duurzame inzetbaarheid en vitaliteit medewerkers

HARTc

Hollands-Midden Acute Regionale Triage-Cardiologie

Leefstijl poli

Patiënten verwijzen voor de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI)

Complex endovasculair aorta programma

Stormachtige ontwikkeling endovasculaire behandeltechnieken voor aorta aneurysmata

Kwaliteit

Het Hart Vaat Long Centrum besteedt veel aandacht aan het continu verbeteren van de kwaliteit op de afdelingen. Verschillende kwaliteitsindicatoren worden regelmatig bepaald en op gezette tijden gedeeld met externe partijen, zoals de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Nederlandse Hart Registratie (NHR), zorgverzekeraars en patiëntorganisaties. Hiermee maken wij de kwaliteit van onze zorg inzichtelijk voor zowel onszelf als externe partijen. Door het vergelijken van uitkomsten van voorgaande jaren bewaken wij voortdurend de kwaliteit en veiligheid van de zorg die wij leveren.

Kwaliteitspaspoort

In het LUMC maken wij gebruik van het kwaliteitspaspoort. Dit paspoort is gekoppeld aan functie en afdeling en vermeld de vereiste certificaten die behaald dienen te worden. Met een up to date paspoort wordt aangetoond dat een medewerker bekwaam is en veilig met patiënten en collega’s kan werken. Wij vinden het erg belangrijk dat iedereen bekwaam is in zijn handelen. Er is daarom extra aandacht besteed aan het kwaliteitspaspoort waardoor iedere werknemer nu voor minimaal 80% de vereisten behaald heeft.


NEN-7510

Zorgverleners moeten kunnen beschikken over de medische gegevens van hun patiënten. Deze gegevens moeten betrouwbaar zijn, beschikbaar indien nodig en mogen niet in handen van ongeautoriseerde partijen vallen. Om aan te kunnen tonen dat een zorginstelling aan deze eisen van “beschikbaarheid (continuïteit), integriteit (betrouwbaarheid) en vertrouwelijkheid” voldoet, is de NEN 7510-norm ‘Medische informatica – Informatiebeveiliging in de zorg’ opgesteld. De norm is gebaseerd op de Code voor Informatiebeveiliging en biedt zorginstellingen een leidraad voor het formuleren, vastleggen en controleren van de interne informatiebeveiliging.

Het Hart Vaat Long Centrum heeft een eigen team samengesteld om ervoor te zorgen dat de afdeling voldoet aan alle eisen binnen het NEN-7510 kader. Zij hebben een document opgesteld waarin beschreven staat waaraan de afdeling moet voldoen om ten tijde van potentiële en actuele security incidenten zijn doelstellingen te blijven realiseren. Eind 2021 vond er een externe audit plaats aangaande de NEN-7510 accreditatie voor het LUMC waarbij de NEN-7510 leden zijn geïnterviewd door externe auditoren. Na afloop van deze gesprekken waren de auditoren zeer tevreden over hoe de NEN-7510 normen zijn geïmplementeerd in het Hart Vaat Long Centrum. Hier kregen wij nog een extra compliment voor in de uiteindelijke positieve beoordeling.

De auditoren waren zeer tevreden over hoe de NEN-7510 normen zijn geïmplementeerd in het Hart Vaat Long Centrum

Complicatiedashboard

Het is verplicht om bij iedere patiënt in het patiëntendossier te noteren of er een complicatie is opgetreden. Wanneer dit het geval is, dient er ook genoteerd te worden wat de aard en toedracht is geweest en wie er allemaal betrokken zijn geweest. Om inzichtelijk te krijgen of de complicatieregistratie volledig is, is binnen het Hart Vaat Long Centrum een complicatiedashboard ontwikkeld. In dit dashboard is te zien of er bij elke patiënt een complicatieregistratie verricht is, maar ook welke complicaties er opgetreden zijn. Dit laatste is van belang voor het lerend vermogen van de afdeling. Met behulp van het dashboard kunnen complicatietrends gedetecteerd worden en kan er snel gehandeld worden wanneer zo een trend zichtbaar is in de hoop dat de complicatie in de toekomst minder vaak optreedt.


Incidentmeldingen

Het behandelen van incidentmeldingen geeft ons inzicht in mogelijke processen die verbetering behoeven. Deze incidentmeldingen worden door medewerkers gemeld via het incidentmeldingssysteem (IMS) van het LUMC. De Decentrale Meldingscommissie (DMC), bestaande uit artsen, teamleiders, verpleegkundigen en kwaliteitsmedewerkers, komt iedere week samen en analyseert en categoriseert de incidentmeldingen.

Ernstige meldingen worden direct opgepakt waarbij gekeken wordt welke verbetermaatregelen genomen moeten worden om dergelijke incidenten te voorkomen. Dit wordt via het IMS teruggekoppeld naar de melder, zodat deze weet wat de voortgang van de melding is. Meldingen van minder ernstige incidenten worden gecategoriseerd en gearchiveerd en na verloop van tijd wordt gekeken of er een trend zichtbaar is. Wanneer dit het geval is, wordt een verbeterplan opgesteld dat moet zorgen voor reductie van dergelijke incidenten.

Eens per kwartaal worden valincidenten geanalyseerd om te kijken of het wenselijk is om aanpassingen door te voeren in het huidige valpreventie beleid. Hiernaast vindt u een overzicht van de aard van de incidenten gemeld in 2021.

Incidentmeldingen 2021

Patiënttevredenheid

Om de mening van patiënten over onze zorg in kaart te brengen, maakt het Hart Vaat Long Centrum gebruik van een patiënttevredenheidsonderzoek. Aan patiënten die opgenomen zijn geweest op een van onze verpleegafdelingen, wordt gevraagd een enquête in te vullen. Ook is er ruimte voor opmerkingen. Deze opmerkingen worden maandelijks geëvalueerd om te kijken wat er aangepast kan worden aan de wensen en behoeften van onze patiënten om zo nog betere zorg te kunnen verlenen.

Verpleegafdeling Hartziekten


8,8

Verpleegafdeling Cardiothoracale Chirurgie


8,8

Polikliniek Hartziekten


8,3

Short Stay Hartziekten J9


9,2

Afdeling Vaatchirurgie


8,0

Polikliniek Hartziekten Lisse


8,0

Klinische resultaten en productie Cardiothoracale Chirurgie

 

 

Trendanalyse

 

Aantal ingrepen per type operatie

Type operatie20172018201920202021
Hartchirurgie
Volwassenen (≥18 jaar)¹808681620621³691³
Kinderen LUMC (<18 jaar)244235243224231
Long- en thoraxchirurgie202283245228³219³
Overige ingrepen²272273222205167
Totaal aantal ingrepen1.5261.4721.3301.2751.305
 
¹ Exclusief transcatheter hartklepinterventies.
² Rethoracotomie vanwege bloeding of tamponade, wondbehandeling, verwijderen van sternumdraden, pacemaker procedures et cetera.
³ Gecombineerde hart- longingrepen (n=3).

 

Risico en mortaliteit bij hartchirurgie volwassenen

Het LUMC participeert voor kwaliteitscontrole van de hartchirurgie bij volwassenen in de landelijke registratie van hartchirurgische verrichtingen bij volwassenen van de Nederlandse Hart Registratie. Voor risicogestratificeerde analyse van de sterftecijfers wordt gebruik gemaakt van het EuroSCORE (European System for Cardiac Operative Risk Evaluation) model, een wereldwijd gehanteerd scoringssysteem om het operatiegerelateerde risico op overlijden bij hartoperaties bij volwassenen te berekenen. Hoewel het scoringssysteem breed gevalideerd is en gemakkelijk toepasbaar, is het oorspronkelijke model niet ideaal: het operatierisico wordt in bepaalde populaties overschat. Het EuroSCORE model heeft daarom een ontwikkeling doorgemaakt van de additieve EuroSCORE, de logistische EuroSCORE I tot de huidige EuroSCORE II (die evenals de logistische EuroSCORE I is gebaseerd op logistische regressie-analyse).

 

Risico en ziekenhuismortaliteit¹ (exclusief transcatheter hartklepinterventies)

20202021
AantalVoorspelde mortaliteitWerkelijke mortaliteitAantalVoorspelde mortaliteitWerkelijke mortaliteit
EuroSCORE II6214,2%3,4%6913,8%2,6%
 
¹ Ziekenhuismortaliteit wordt gedefinieerd als overlijden tijdens de primaire ziekenhuisopname in het LUMC. 

De congenitale hartchirurgie van het LUMC vindt plaats in het Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL), het grootste kinderhartchirurgische centrum van Nederland en een van de grotere Europese centra voor chirurgie van aangeboren hartafwijkingen. Het CAHAL is opgericht in 1994 en is een samenwerkingsverband van de afdelingen kindercardiologie, cardiologie en chirurgie voor congenitale hartafwijkingen van het LUMC, het Academisch Medisch Centrum en het VU Medisch Centrum te Amsterdam.
Voor kwaliteitscontrole participeert het CAHAL in het Europese gegevensbestand voor congenitale hartchirurgie (de European Congenital Heart Surgeons Association [ECHSA] Congenital Database). In de figuur hieronder representeren de in grootte variërende cirkels congenitale hartchirurgische centra die verschillen in het aantal uitgevoerde hartoperaties. De plaats op de kaart wordt bepaald door zowel het overlevingspercentage (verticale as) als de complexiteit (horizontale as) van de ingrepen die in een bepaald centrum worden uitgevoerd. Het gemiddelde overlevingspercentage en de gemiddelde operatiecomplexiteit zijn aangegeven met respectievelijk horizontale en verticale zwarte lijnen. In de blauwe cirkelwolk is de positie van het CAHAL de rode cirkel. 

Bron: ECHSA Congenital Database 2021.
Split by hospital, no time split, no procedure split.

Hartchirurgie volwassenen (≥18 jaar)

 

Aantallen per procedure (hartchirurgie volwassenen)

Procedure                 2020                 2021
Coronaire bypasschirugie (+/-)340428
Hartklepchirurgie¹
- Aortaklep (+/-)177203
- Mitralisklep² (+/-)129127
- Tricuspidalisklep (+/-)7359
- Pulmonalisklep (+/-)811
Chirurgische behandeling van hartfalen³ (+/-)3153
Chirurgische behandeling van hartritmestoornissen (+/-)6163
Thoracale aortachirurgie (+/-)8299
Reconstructie/unroofing coronairostium/debridging37
Myectomie68
Resectie harttumor41
LVAD126
 
(+/-): ingreep al dan niet gecombineerd met andere hartchirurgie.
LVAD = linker ventrikel assist device.
¹     Exclusief transcatheter hartklepinterventies.
²     Inclusief restrictieve mitraalklepannuloplastiek (zie ook onder de chirurgische behandeling van hartfalen).
³     Inclusief een of meer van de volgende procedures: restrictieve mitraalklepannuloplastiek, linker ventrikel aneurysma reparatie / Dor procedure,
       implantatie linker ventrikel lead ten behoeve van biventriculaire implanteerbare cardioverter defibrillator (ICD),
       en implanteerbaar ventriculair assist device (VAD).

 

 

Coronaire bypasschirurgie (+/-)

 

Coronaire bypasschirurgie (+/-)

 

Algemeen (Coronaire bypasschirurgie)

20202021
Aantal¹340428
Mannelijk geslacht271 (79,7%)342 (79,9%)
Leeftijd (in jaren)66,5 ± 9,8 (31 - 83)66,8 ± 9,3 (30 - 85)
Eerdere PCI83 (24,4%)127 (29,7%)
Eerdere hartchirurgie13 (3,8%)16 (3,7%)
- Eerdere coronaire bypass67
EuroSCORE II3,3 ± 6,9 (0,5 - 71,7)2,6 ± 4,0 (0,5 - 43,8)
 
PCI = pecutane coronaire interventie.
¹     Exclusief reconstructies / unroofing coronairostium.

Procedure (Coronaire bypasschirurgie)

20202021
Geïsoleerde coronairchirurgie264 (77,6%)327 (76,4%)
- Off-pump1,9%2,1%
Gecombineerde coronairchirurgie                      &76 (22,4%)101 (23,6%)

Procedure bij geïsoleerde coronairchirurgie

20202021
Aantal264327
Gebruik van minstens één arteriële graft97,0%97,2%
Gebruik van minstens 2 arteriële grafts39,0%30,6%
Complete arteriële revascularisatie42,4%33,0%

Risico en ziekenhuismortaliteit bij geïsoleerde coronairchirurgie

20202021
Voorspelde mortaliteit (EuroSCORE II)2,1%1,9%
Werkelijke mortaliteit3 (1,1%)3 (0,9%)

Hartklepchirurgie – Aortaklep (+/-)

 

Algemeen (Aortaklep)

20202021
Aantal177203
Mannelijk geslacht129 (72,9%)146 (71,9%)
Leeftijd (in jaren)65,8 ± 12,1 (19 - 82)63,2 ± 13,8 (19 - 81)
Eerdere hartchirurgie             25 (14,1%)30 (14,8%)
- Eerdere aortaklep1925
EuroSCORE II6,4 ± 10,3 (0,5 - 71,7)5,9 ± 10,1 (0,5 - 75,9)

Procedure (Aortaklep)

           2020           2021
Geïsoleerde chirurgische aortaklep61 (34,5%)51 (25,1%)
Aortaklep + coronaire bypass25 (14,1%)26 (12,8%)
Aortaklep + mitralisklep (+/- tricuspidalisklep)12 (6,8%)10 (4,9%)
Aortaklep + thoracale aorta31 (17,5%)41 (20,2%)
Aortaklep + andere combinatie48 (27,1%)75 (36,9%)

Klepprocedure en -implantaat (Aortaklep)

20202021
Aortaklepplastiek8 (4,5%)15 (7,4%)
Chirurgische aortaklepvervanging                     169 (95,5%)188 (92,6%)
- Bioprothese, ongestent¹3647
- Bioprothese, gestent107116
- Mechanische prothese2221
- Homograft00
- Autograft44
 
¹     Inclusief ongestente aortawortelvervanging.

Risico en ziekenhuismortaliteit bij aortaklepchirurgie

20202021
Geïsoleerde aortaklep
Voorspelde mortaliteit (EuroSCORE II)    2,0%1,6%
Werkelijke mortaliteit1 (1,6%)0
Aortaklep + CABG
Voorspelde mortaliteit (EuroSCORE II)3,3%3,0%
Werkelijke mortaliteit00
 
CABG = coronaire bypasschirurgie.

Hartklepchirurgie – Mitralisklep (+/-)

 

Algemeen (Mitralisklep)

20202021
Aantal129127
Mannelijk geslacht                  83 (64,3%)87 (68,5%)
Leeftijd (in jaren)64,2 ± 12,5 (27 - 82)64,3 ± 12,3 (27 - 90)
Eerdere hartchirurgie22 (17,1%)18 (14,2%)
- Eerdere mitralisklep1011
EuroSCORE II6,5 ± 9,4 (0,6 - 68,3)6,3 ± 11,0 (0,5 - 75,9)

Procedure (Mitralisklep)

2020             2021
Geïsoleerde chirurgische mitralisklep30 (23,3%)29 (22,8%)
Mitralisklep + coronaire bypass (+/-)23 (17,8%)31 (24,4%)
Mitralisklep + tricuspidalisklep23 (17,8%) 17 (13,4%)
Mitralisklep + ritmechirurgie (+/- tricuspidalisklep)20 (15,5%)13 (10,2%)
Mitralisklep + andere combinatie33 (25,6%)37 (29,1%)

Klepprocedure en -implantaat (Mitralisklep)

20202021
Chirurgische mitralisklepplastiek102 (79,1%)108 (85,0%)
Chirurgische mitralisklepvervanging                27 (20,9%)19 (15,0%)
- Bioprothese, gestent1411
- Mechanische prothese138

Klepetiologie en percentage reparatie

2020202020212021
AantalMVPAantalMVP
Functioneel8 (6,2%)100%17 (13,4%)100%
Degeneratief¹70 (54,3%)100%59 (46,5%)100%
AFMR²--9 (7,1%) 100%
Endocarditis18 (14,0%)61%14 (11,0%)100%
Diastolische restrictie³10 (7,8%)20%11 (8,7%)0%
Na eerdere MVP7 (5,4%)57%11 (8,7%)45,5%
Overig16 (12,4%)81%6 (4,7%)66,7%
 
MVP =  mitralisklepplastiek; AFMR = atrial functional mitral regurgitation.
¹     Bijvoorbeeld M. Barlow, annulusdilatatie en prolaps.
²      In 2020 vallend onder degeneratief.
³     Rheumatisch kleplijden, postradiatie, et cetera.

Hartklepchirurgie – Tricuspidalisklep (+/-)

 

 

Algemeen (Tricuspidalisklep)

20202021
Aantal7359
Mannelijk geslacht49 (67,1%)39 (66,1%)
Leeftijd (in jaren)67,1 ± 11,5 (27 - 81)66,0 ± 13,4 (18 - 83)
Eerdere hartchirurgie16 (21,9%)11 (18,6%)
- Eerdere tricuspidalisklep     21
EuroSCORE II7,6 ± 8,6 (0,6 - 39,0)7,0 ± 12,2 (0,5 - 70,7)

Procedure (Tricuspidalisklep)

20202021
Geïsoleerde tricuspidalisklep4 (5,5%)1 (1,7%)
Gecombineerde tricuspidalisklep                  69 (94,5%)58 (98,3%)

Klepprocedure en -implantaat (Tricuspidalisklep)

20202021
Tricuspidalisklepplastiek70 (95,9%)57 (96,6%)
Tricuspidalisklepvervanging                       3 (4,1%)2 (3,4%)
- Bioprothese, gestent32
- Mechanische prothese00

Chirurgische behandeling van hartfalen (+/-)

 

De chirurgische behandeling van hartfalen omvat een of meer van de volgende procedures: additionele linker ventrikel lead, restrictieve mitralisklepannuloplastiek, linker ventrikel aneurysma reparatie / Dor procedure, en implanteerbaar ventriculair assist device (VAD).

 

Algemeen (Chirurgische behandeling van hartfalen)

20202021
Aantal3153
Mannelijk geslacht26 (83,9%)43 (81,1%)
Leeftijd (in jaren)62,8 ± 12,9 (32 - 80) 65,9 ± 11,2 (30 - 81)
Eerdere PCI8 (25,8%)14 (26,4%)
Eerdere hartchirurgie          6 (19,4%)4 (7,5%)
EuroSCORE II10,8 ± 9,8 (0,6 - 37,9)7,4 ± 9,7 (0,5 - 51,4)
 
PCI = percutane coronaire interventie.

Chirurgische procedure voor hartfalen¹

2020            2021
LV lead ten behoeve van biventriculaire ICD (+/-)  13 (41,9%)31 (58,5%)
Restrictieve mitralisklepannuloplastiek (+/-)3 (9,7%)14 (26,4%)
LV aneurysma reparatie/Dor procedure (+/-)4 (12,9%)1 (1,9%)
Ventriculair assist device (+/-)12 (38,7%)8 (15,1%)
 
LV = linker ventrikel; ICD = implanteerbare cardioverter defibrillator.
¹       De meeste ingrepen omvatten meerdere van de genoemde procedures.

Chirurgische behandeling van hartritmestoornissen (+/-)

 

Algemeen (Chirurgische behandeling van hartritmestoornissen)

20202021
Aantal6163
Mannelijk geslacht43 (70,5%)52 (82,5%)
Leeftijd (in jaren)66,3 ± 9,5 (32 - 81)66,0 ± 11,5 (21 - 80)
Eerdere hartchirurgie           3 (4,9%)4 (6,3%)
EuroSCORE II3,4 ± 4,2 (0,5 - 28,3)3,2 ± 4,0 (0,6 - 26,7)

Procedure (Chirurgische behandeling van hartritmestoornissen)

20202021
Geïsoleerde ritmechirurgie                          4 (6,6%)2 (3,2%)
Gecombineerde ingreep57 (93,4%) 61 (96,8%)

Thoracale aortachirurgie (+/-)

 

Algemeen (Thoracale aortachirurgie)

20202021
Aantal8299
Mannelijk geslacht58 (70,7%)71 (71,7%)
Leeftijd (in jaren)60,4 ± 15,5 (19 - 82)57,7 ± 14,6 (19 - 80)
Eerdere hartchirurgie20 (24,4%)28 (28,3%)
- Eerdere thoracale aorta     1017
EuroSCORE II10,5 ± 13,3 (1,0 - 71,7)9,9 ± 12,9 (0,5 - 75,9)

Pathologie (Thoracale aortachirurgie)

20202021
Aneurysma33 (40,2%)42 (42,4%)
Acute dissectie                                                  19 (23,2%)19 (19,2%)
Overig30 (36,6%)38 (38,4%)

Gedeelte van de aorta

20202021
Ascendens81 (98,8%)98 (99,0%)
- Alleen aorta ascendens (+/-)4775
Boog35 (42,7%)24 (24,2%)
- Alleen aortaboog (+/-)11
Descendens3 (3,7%)2 (2,0%)
- Alleen aorta descendens00
Combinaties aortachirurgie
- Ascendens + boog3121
- Ascendens + boog + descendens                32

Congenitale hartchirurgie (CAHAL)

 

Leeftijdsgroepen en mortaliteit (Congenitale hartchirurgie CAHAL)

2020202020212021
AantalMortaliteitAantalMortaliteit
<1 Maand (neonaten)484,2%636,3%
≥1 Maand en <1 jaar801,3%624,8%
≥1 Jaar en <18 jaar1130,9%1400
18 Jaar en ouder¹1520,7%1100
Totaal3931,3%3751,9%
Neonatale ductussluiting²10
 
¹       Alleen ingrepen waar een congenitaal cardio-thoracaal chirurg bij betrokken is geweest.
²       Neonatale ductussluiting bij <2,5 kg lichaamsgewicht wordt apart vermeld.

Long- en thoraxchirurgie

 

Algemeen (Long- en thoraxchirurgie)

20202021
Aantal228219
Mannelijk geslacht                                                                            130 (57,0%)124 (59,8%)
Leeftijd (in jaren)55,8 ± 18,2 (0 - 85)55,1 ± 18,4 (0 - 83)

Anatomische parenchymresectie

20202021
Niet-kleincellig longcarcinoom                       58 (82,9%)50 (75,8%)
- Segmentectomie31
- (Bi-)lobectomie5446
- Pneumonectomie13
Overig 12 (17,1%)16 (24,2%)
Totaal7066
- Sleeve resectie31
- Thoraxwand resectie33

Toegang thorax bij anatomische parenchymresectie

2020                 2021
Thoracotomie/sternotomie16 (22,9%)21 (31,8%)
VATS54 (77,1%)28 (42,4%)
- Geconverteerd naar thoracotomie                                                       14
RATS017 (25,8%)
- Geconverteerd naar thoracotomie-1
Overig00
 
VATS = video assisted thoracic surgery; RATS = robot assisted thoracic surgery.

Ziekenhuismortaliteit niet-kleincellig longcarcinoom

2020202020212021
AantalMortaliteitAantalMortaliteit
Totaal581 (1,7%)501 (2,0%)
- Segmentectomie                                3010
- (Bi-)lobectomie541461
- Pneumonectomie1010

Overige long- en thoraxchirurgie

2020                2021
Wigexcisie3325
Pleurectomie +/- bullectomie                                                     2323
Empyeem +/- decorticatie1620
Diafragma plastiek68
Mediastinoscopie2112
Thymectomie/mediastinale tumor2224
Thoraxwand resectie (geïsoleerd)1010
LVRC128
Overig1723
 
LVRC = long-volume reductiechirurgie.

Extracorporele membraanoxygenatie

 

De klinisch perfusionisten begeleiden en ondersteunen de cardio-thoracale chirurgen, cardiologen, algemeen chirurgen en intensivisten bij ingrepen en behandelingen die ondersteuning middels een extracorporele membraanoxygenatie (ECMO) vereisen.

 

 

Aantal ECMO behandelingen per type ECMO

2020202020212021
Type ECMODoelgroepAantalRundagenAantalRundagen
Veno-arterieelVolwassenen (≥18 jaar)2312918100
Kinderen (<18 jaar)9171281
Veno-veneusVolwassenen (≥18 jaar)1013211198
Kinderen (<18 jaar)21900
Totaal44¹29741¹379
 
¹     2020: 24/44 ECMO’s zijn ingebracht onder verantwoordelijkheid van de afdeling Cardiothoracale Chirurgie en 20/44 van de afdeling Hartziekten;
      2021: 21/41 ECMO’s onder verantwoordelijkheid van de afdeling Cardiothoracale Chirurgie en 20/41 van de afdeling Hartziekten.

Klinische resultaten en productie Hartziekten

 

 

Polikliniek

Polikliniek Lisse

SEH

EHH

PCI's

Ablaties

Ablaties

Ablaties kamerritmestoornissen

Ablaties kamerritmestoornissen

Atriumfibrillatie ablaties

TAVI

LVAD

ICD's

LVAD

ICD's

S-ICD's

Leadless pacemakers

ECG's

11.484

Echo-Doppler studies

13.163

Fietsergometrietests

2.526

Holterstudies

3.762

MRI cardio onderzoeken

466

Multi Slice CT-scans

1.167

Myocardperfusiescans

269

Oesophagus echo onderzoeken

192

Stressecho's

349

Klinische resultaten en productie Longziekten

 

 

DBC trajecten

Dagbehandeling

Klinische behandeling

Videobroncoscopie

EBUS

EUS

EBUS

EUS

Starre scopie

Thoracoscopie

Bloedgassen

Bloedgassen

Bodybox

Bodybox

Ergometrie

Polygrafie

Bronchiale provocatie

Gas transfer (TLCO)

Longvolumes

Longvolumes

NO (exhaled)

NO (exhaled)

Spirometrie

Ademkracht

6 min wandeltest

Mantoux

IOS/FOT

IOS/FOT

Spirometrie na bronchiale verwijding

1.043

Elektronische neus

860

Alveolaire ventilatie bepaling / ongelijkmatige ventilatie

127

Shuntbepaling

3

Nasaal NO

5

Hyperventilatie provocatietest

2

Klinische resultaten en productie Vaatchirurgie

 

 

Aorta-iliacaal traject / (sub)acute reinterventie

(Thoraco-)abdominale vaatchirurgie-aneurysma

A.brachialis/A.radialis/A.ulnaris - obstruerend vaatlijden (incl.trauma) elektief

A.carotis/(sub)acute reinterventie

A.carotis/elektief

A.subclavia/A.axillaris - obstruerend vaatlijden (incl.trauma)/elektief

A.carotis/elektief

A.subclavia/A.axillaris - obstruerend vaatlijden (incl.trauma)/elektief

Aorto-iliacaal traject/obstruerend vaatlijden (incl.trauma)

Extra-anatomisch bypasses/elektief

Extra-anatomische bypasses/(sub)acute reinterventie

Extra-anatomische bypasses/(sub)acute reinterventie

Infra-inguinale vaatchirurgie - obstruerend vaatlijden (incl.trauma) elektief

Infra-inguinale vaatchirurgie - obstruerend vaatlijden (incl.trauma) elektief

Infra-inguinale vaatchirurgie/(sub)acute reinterventie

Infra-inguinale vaatchirurgie-aneurysma

Vaatchirurgie/toegangschirurgie

Vaatchirurgie/veneus (varices)/ arterio-veneus

Mesenteriaal arterien - obstruerend vaatlijden (incl.trauma)elektief

Nierarterien - obstruerend vaatlijden (incl.trauma) elektief

Nierarterien/aneurysma

Nierarterien/aneurysma

05
Onderwijs
en opleiding

Het Hart Vaat Long Centrum is zeer actief in het onderwijs van het LUMC, met name op het gebied van hart, -vaat en -longziekten. Wij verzorgen onderwijs voor onder andere studenten geneeskunde, biomedische wetenschappen en klinische technologie. Hierbij past ook het onderwijskundig onderzoek (Educational Research) dat wordt uitgevoerd in samenwerking met het Onderwijs Expertise Centrum van het LUMC en het onderzoek binnen het Leiden Innovatie Centrum voor Hartziekten en Technologie.

Binnen onze afdelingen zijn er uitgebreide mogelijkheden voor studenten geneeskunde, biomedische wetenschappen en klinische technologie om een wetenschappelijke stage te lopen. Ook kunnen scholieren bij ons terecht voor hun maatschappelijke stage.
Daarnaast is er veel tijd een aandacht voor de opleiding en nascholing van zorgprofessionals zoals verpleegkundigen, perfusionisten, cardiologen, chirurgen, internisten en huisartsen. Alle stafleden zijn betrokken bij het onderwijs en de opleiding van de assistenten en promovendi van onze afdelingen. Uitgebreide informatie over het onderwijs en de opleidingen van het Hart Vaat Long Centrum is te vinden op onze website.

 

Opleidingsmonitor

De Opleidingsmonitor is een vragenlijst voor artsen in opleiding (AIOS) en heeft als doel in dialoog met de AIOS te komen tot verbeter- en aandachtspunten voor de opleiding. De Opleidingsmonitor wordt 1 keer per jaar in juni regionaal uitgezet onder de AIOS. De resultaten van de Opleidingsmonitor worden na de zomer via de COC’s (Centrale Opleidingscommissie) verspreid aan de opleiders en besproken in een opleidingsjaargesprek met de AIOS. Dit wordt begeleid door een onderwijskundig adviseur van de OOR Leiden en op basis hiervan wordt het opleidingsjaarplan gemaakt.

Cijfer opleiding cardiologie

8,1

Er kwam met name naar voren dat AIOS actief worden betrokken bij de organisatie en ontwikkeling van de opleiding, de mate van zelfstandigheid goed aansluit op de kennis en kunde, supervisoren laagdrempelig beschikbaar zijn en bereid om te helpen en klinische praktijksituaties over het algemeen goed benut worden als leermoment

Opleiding cardiothoracale chirurgie

Voor de opleiding cardiothoracale chirurgie zijn voor dit jaar geen resultaten. Resultaten van de opleidingsmonitor worden via de COC’s (Centrale Opleidingscommissies) verspreid aan de opleiders, alleenbij een respons van 4 aios of meer per opleiding. De opleiding in het LUMC heeft 4 AIOS.

Cijfer opleiding longziekten

8,0

Met name het opleidingsklimaat, het niveau van het onderwijs, als ook de mate van zelfstandigheid / eigen invulling van de opleiding werden als zeer goed beoordeeld

Cijfer opleiding heelkunde

8,5

Met name de beschikbaarheid en bereidheid van supervisoren om te helpen,  acceptabele werkdruk, bejegening van collega’s en ruimte voor eigen invulling binnen de opleiding werden als zeer goed beoordeeld

Anton Tomšič heeft Geneeskunde gestudeerd in Slovenië. Om zich verder te specialiseren in hartchirurgie is hij naar Nederland gekomen. Na een tijdje als ANIOS te hebben gewerkt en zijn PhD te hebben gedaan, is Anton in 2018 gestart als AIOS cardiothoracale chirurgie in het LUMC. Momenteel is hij begonnen aan het 5e jaar van de opleiding.


Start als AIOS

Toen Anton als AIOS startte veranderde op dat moment net het hele curriculum van de opleiding tot cardiothoracaal chirurg. “De opleiding is sindsdien meer gericht op ontwikkeling van de competenties binnen de hartchirurgie. De opleiding in het LUMC bevalt goed en is heel erg leuk”, vertelt Anton. 


Het maximale uit de opleiding halen

“Wat vooral fijn is aan de opleiding binnen het LUMC, is dat er genoeg ruimte is voor eigen invulling, afhankelijk van de verschillende leerbehoeftes van AIOS. Hierdoor kan je het maximale uit de opleiding halen”.


Genieten van het proces van jezelf ontwikkelen
Anton geeft aan dat er ook uitdagingen zijn aan de opleiding. “Je weet waar je wil en moet komen, en dat is niet altijd een makkelijk pad. Maar ik geniet juist van dit proces waarin je jezelf ontwikkelt”. Ook de werk-privé balans is een belangrijk onderwerp binnen onze opleiding. “Ik ervaar hierin geen problemen, er is steun vanuit opleiders bij het inrichten van deze balans en het is goed dat het onderwerp van gesprek is”.

Indrukwekkende situaties
Anton vertelt over het meest bijzondere wat hij tot nu heeft meegemaakt binnen de opleiding. “Ik denk dat dit toch wel de reanimaties zijn. De situatie zelf, maar ook alle vaardigheden die je rondom een reanimatie dient te beheersen zijn best indrukwekkend. In dit soort situaties werk je nauw samen. Het is belangrijk dat je leert om controle over de eigen emoties te houden om goed te kunnen handelen en beslissen voor de patiënt”.


Afronden opleiding

Binnen het nieuwe curriculum is er een mogelijkheid om aan het einde van de opleiding een differentiatiestage te lopen in een bepaald aandachtsgebied. Anton wil deze stage graag in Duitsland doen om aanvullende ervaring op te doen in een andere omgeving en te zien hoe de werkprocessen, operatieve technieken en de zorg daar zijn ingericht. Naar verwachting zal Anton volgend jaar de opleiding tot cardiothoracaal chirurg afronden.

 

Interactief onderwijs

In de afgelopen jaren is er een trend gaande om het onderwijs interactiever te maken en ook verschillende onderwijsvormen aan te bieden “Blended learning”. Het Hart Vaat Long Centrum sluit hierbij aan door steeds meer e-learnings, (groeps)opdrachten, kennisclips en quizzen aan te bieden over diverse onderwerpen. Studenten kunnen hiermee op hun eigen manier en in hun eigen tempo de leerstof tot zich nemen. Ook kan dit dienen als voorbereiding voor interactief onderwijs. Met de voorbereiding bereiken de studenten al voor de start van het college, of werkgroep al een hoger ingangs(kennis)niveau en kan de leerstof op meer interactieve wijze behandeld worden. Daar waar het nuttig is wordt gebruik gemaakt van online onderwijs vormen, zoals online responsie college met Q&A’s (questions & answers) over de leerstof. Op deze manier vormt de combinatie van zelfstudie, interactief, face-to-face en online onderwijs een samenhangend, elkaar versterkend geheel. Deze onderwijsvormen sluiten beter aan bij moderne didactische concepten zoals zelfregulerend leren en team based leren.

Herziening curriculum opleiding Geneeskunde

Omdat de samenleving verandert en de dokters van gisteren niet de dokters van (over)morgen zijn, wordt het curriculum van de opleiding Geneeskunde herzien. De basis hiervoor is het raamplan artsopleiding 2020. De komende jaren worden zowel de bachelor, als de master geneeskunde in het LUMC aangepast aan de eisen van het raamplan 2020. Zo komt er meer aandacht voor gezondheid en preventie, extramurale specialismen en zelf regulerend leren als didactisch concept. In september 2023 zal het nieuwe curriculum van start gaan. In de bachelor zullen er veranderingen komen in het 1e jaars blok “Basis tot homeostase”, het 2e jaars blok “Borst en Nier” en het lijnonderwijs. In de master komt er meer aandacht voor extramurale specialismen, beroepsoriëntatie en longitudinale ontwikkeling van competenties en vaardigheden.

Regionale visitatie opleiding Cardiologie

Als eerste cardiologie regio werd de OOR Leiden op 1 november 2021 regionaal gevisiteerd. De opleiding cardiologie wordt in de OOR Leiden al een aantal jaar regionaal aangeboden in 6 ziekenhuizen. Hiervan zijn het LUMC en het HAGA ziekenhuis de A-klinieken die opleidingsjaar 4-6 verzorgen en het Alrijne Ziekenhuis, het Groene Hart Ziekenhuis, het Haaglanden Medisch Centrum en het Reinier de Graaf Gasthuis de B-klinieken die opleidingsjaar 3 voor hun rekening nemen. Daarnaast is er uitwisseling van AIOS tussen de klinieken afhankelijk van de stages en hun persoonlijke leerdoelen. Al een aantal jaren zijn er een regionale opleidingsvergadering, refereeravonden en een opleidingsplan. Ter voorbereiding op de visitatie werden een regionale governance code, dagelijks bestuur, regionaal AIOS onderwijs, regionale financiën en een regionale PDCA cyclus opgezet. De visitatie zelf vond geheel online plaats.


De visitatiecommissie sprak met alle opleiders en vertegenwoordigingen van de stagebegeleiders en de AIOS. Hoewel door het online format de normale “buzz” en spanning van een fysieke visitatie ontbrak, kwamen alle onderdelen van de regionale opleiding toch goed naar voren. De sfeer was positief en de terugkoppeling bracht geen verbeterpunten aan het licht die niet al bekend waren en waar ook al aan gewerkt wordt. Al met al een geslaagde afronding van de intensivering van de regionale samenwerking en een start voor verdere verdieping.  

E-learning Elektocardiografie

Zowel binnen als buiten het ziekenhuis wordt het electrocardiogram (ECG) vaak ingezet bij keuringen en bij het opsporen van hartafwijkingen. Daarom is het voor huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde, artsen in opleiding tot specialist (AIOS), bedrijfsartsen en andere zorgprofessionals in het werkveld belangrijk om goed met het ECG te kunnen werken. 

Dr. Lieselot van Erven organiseert om deze reden jaarlijks in samenwerking met Boerhaave Nascholing de basiscursus elektrocardiografie op locatie. In 2021 is besloten om de opzet van deze cursus te wijzigen door het onderwijs in de vorm van “blended learning” aan te bieden.

 

In samenwerking met ICLON is een e-learning ontwikkeld. Professionals (in opleiding) doen de e-learning zelf van te voren en raken daardoor bekend met de systematiek van de 10 stappen methode om het ECG te beoordelen. Er wordt tevens geoefend met de beoordeling van ECG’s. De e-learning wordt afgesloten met een toets.

Professionals kunnen de e-learning thuis op hun eigen tempo maken en starten het online on-campus programma nu allemaal met hetzelfde instapniveau, doordat de basiskennis al in de voorbereiding aan bod gekomen is. Op de online cursusdag is er hierdoor meer ruimte voor oefening, discussie, reflectie en het beantwoorden van vragen. Na deze cursus zijn professionals in staat om ECG’s te interpreteren en zullen zij de belangrijkste afwijkingen in een oogopslag herkennen.

Opleiding tot longarts

In 2021 is binnen de opleiding tot longarts een project gestart waarbij interprofessioneel leren centraal staat. In het kader van de medisch specialist 2025, een project van de Federatie Medisch Specialisten, zijn de eerste stappen gezet om van elkaar te leren waarbij zowel AIOS als opleiders betrokken zijn. Met behulp van een Plan-Do-Check-Act (PDCA) cyclus wordt het project geëvalueerd en biedt het ook kansen in het kader van de ziekenhuisbrede bezuinigingen (LUMC FIT).

Opleider Maarten Ninaber is daarnaast toegetreden tot het Concilium van de wetenschappelijke vereniging. Annelies Slats heeft Luuk Willems opgevolgd als plaatsvervangend opleider.

Als laatste is het LUMC in 2021 aangewezen als een van 7 landelijke bronchoscopiecursuscentra alwaar AIOS Longgeneeskunde bij de start van hun vervolgopleiding een gestandaardiseerde cursus volgen op een simulator. 

Hans-Marc Siebelink nieuwe directeur Master Geneeskunde

Hans-Marc Siebelink volgt Elise Sarton op als opleidingsdirecteur van de Master Geneeskunde, omdat Sarton is benoemd tot hoofd van de afdeling Anesthesiologie. Na de studie Geneeskunde in Leiden en specialistenopleiding in Groningen te hebben afgerond, is Hans-Marc Siebelink sinds 2006 werkzaam als cardioloog van de afdeling Hartziekten. Hij is gespecialiseerd in niet-invasieve beeldvorming van het hart (o.a. echocardiografie, MRI, CT, nucleaire technieken) en heeft daardoor te maken met een breed scala aan (cardiologische) ziektebeelden. Ook is hij al jaren betrokken bij onderwijs aan studenten en andere zorgprofessionals.

De master Geneeskunde leidt studenten op tot de artsen van (over)morgen en dat gaat gepaard met een aantal grote uitdagingen, zegt Siebelink. “We hebben behoefte aan goede artsen, of ze nu intramuraal, extramuraal of transmuraal werken. De actuele thema’s preventie, gezondheidsbevordering en integrale zorg vragen om artsen met deze vaardigheden. Dat betekent dat deze thema’s impact hebben op hun dagelijkse werk, de studie Geneeskunde en de medische vervolgopleidingen. Ook is het relevant hoe we onderzoek, innovaties en ons organisatietalent kunnen gebruiken om patiënten zinnige en doelmatige zorg te bieden op de juiste plek. Dit moeten we adresseren in onze opleidingen, waarbij zelfregulerend en interprofessioneel leren de basis vormen voor een leven lang leren en een leven lang samenwerken.

06 
Wetenschap
en onderzoek

Het Hart Vaat Long Centrum verricht hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek om de patiënt te voorzien van de meest geavanceerde en effectieve werkwijzes van vandaag voor zowel diagnose, prognose als behandeling, en om bij te dragen aan de ontwikkeling en implementatie van de werkwijzes van morgen. 

Regelmatig dienen wij nieuwe subsidieaanvragen in voor wetenschappelijk onderzoek.
Het Hart Vaat Long Centrum is tevens actief betrokken bij diverse nationale en internationale conferenties en congressen. Een greep uit de wetenschappelijke onderzoeken die in 2021 hebben plaatsgevonden en de prijzen en beurzen die wij in het afgelopen jaar hebben ontvangen, is terug te vinden in dit hoofdstuk.
Het Hart Vaat Long Centrum publiceert daarnaast in een groot aantal peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften, voornamelijk op het gebied van cardiovasculaire- en longgeneeskunde. Een up-to-date overzicht van de wetenschappelijke publicaties staat op onze website. In dit hoofdstuk vindt u tevens een overzicht van de proefschriften die onze jonge doctors van het Hart Vaat Long Centrum in 2021 succesvol hebben verdedigd.

  • 0
  • 1
  • 2

Onderzoekslijnen

Het centrale thema van het Hart Vaat Long Centrum Leiden is klinische zorg, ondergebracht in verschillende zorgpaden met geïntegreerde onderzoeks- en onderwijsactiviteiten. De onderzoekslijnen bestrijken het hele spectrum van hart-,vaat, en longziekten en medicijnen. Ze omvatten zowel fundamenteel als klinisch onderzoek en hebben een sterk interactieve focus, waarbij nieuwe inzichten in pathologische mechanismen worden gebruikt voor vooruitgang naar toekomstige therapeutische en preventieve behandelingsopties. Een overzicht van onder andere de verschillende onderzoekslijnen en zorgpaden is in de afbeelding hieronder te zien.

475

Wetenschappelijke publicaties in 2021

Highlights

In het kader van de financiering van “PhD projects for the Themes for Innovation” heeft Dr. Anastasia Egorova een PhD beurs toegekend gekregen voor het project “Unravelling the potential of sodium-glucose cotransporter 2 inhibitors in (systemic) right ventricular failure in congenital heart disease”. 

 

Niels Harlaar won een Young Investigator Award (YIA) in de categorie Basic and Translational Science tijdens het jaarlijkse European Heart Rhythm Association (EHRA) congres voor zijn abstract met de titel “Modelling of atrial fibrillation at physiologically relevant scales enabled by massive expansion of native human atrial cardiomyocytes”. Hij was daarmee de 10e finalist uit het lab Experimentele Cardiologie op rij en de 5e winnaar.

Julius Heemelaar won op het NVVC voorjaarscongres 2021 voor zijn abstract met de titel “Elevated Resting Heart Rate is a Marker of Subclinical Left Ventricular Dysfunction in Hodgkin Lymphoma Survivors” de prijs van “beste abstract in de categorie Heartfailure & Transplantation”.

Voor het project: “ Synergy in Working on an Innervated Fontan Tunnel (SWIFT) – Towards a biological contractile, valved and innervated Fontan conduit” ontving Dr. Monique Jongboed samen met de SWIFT werkgroep een LUMC Research Grant. 

Drs. Marieke Nederend presenteerde op het EHRA Congres tevens de case “Successful hybrid CRT-D in a patient with failing systemic right ventricle and significant tricuspid regurgitation in transposition of great arteries after atrial switch according to Mustard” en won hiermee de “Case of the month in ESC Case Gallery”, inclusief publicatie in European Heart Journal – Case Reports. 

Het onderzoek van het Laboratorium Experimentele Cardiologie was onderdeel van het nationale VWO examen Biologie, waardoor verschillende kinderen van collegae van het Hart Vaat Long Centrum nu beter weten hoe hartritmestoornissen pijn- en schadevrij behandeld kunnen worden met gentherapie en LED technologie.

De European Society of Cardiology (ESC) publiceerde tot nu toe 16 tijdschriften, waaronder het European Heart Journal. De ESC heeft besloten om daar een nieuw tijdschrift aan toe te voegen: het “European Heart Journal – Digital Health. Bij een van de board meetings werden de Reviewer of the Year Awards uitgereikt. Hierbij vielen Dr. Roderick Treskes en Dr. ir. Enno van der Velde beiden in de prijzen.

Dr. Anastasia Egorova, Drs. Inge van den Hoogen en Julius Heemelaar hebben een Global Clinical Scholars Research Training aan Harvard Medical School afgerond. Van den Hoogen en Heemelaar hebben hun scriptie volbracht met ‘commendation’, dat betekent dat de scriptie door de examinatoren als uitmuntend wordt beschouwd.

Prof. Mark Hazekamp is benoemd tot President van de European Association for Cardio-Thoracic Surgery (EACTS), de Europese wetenschappelijke vereniging voor cardiovasculaire en thoracale chirurgie. Hazekamp is de tweede Nederlandse cardiothoracaal chirurg die deze eervolle benoeming heeft gekregen. 

Dr. Monique Jongbloed ontving samen met haar collega Dr. Bastiaan J. Boukens een Rembrandt Research Grant voor het project: “ RESHAPE study; Redirecting post-infarction sympathetic hyperactivity to prevent sudden cardiac death”

Drs. Marieke Nederend ontving een European Heart Rhythm Association (EHRA) 2021 Congress Educational Grant

Drs. Marieke Nederend won de “Best Blitz Presentation session Arrhythmia” voor haar abstract die zij tijdens het 12e Rembrandt Symposium presenteerde, met de titel “Atrioventricular-block necessitating ventricular pacing after tricuspid valve surgery in patients with a systemic right ventricle: long term follow-up”. 

Dr. Daniël Pijnappels en zijn team ontvingen een Parel voor hun baanbrekende onderzoek naar het hart als defibrillator. Dit onderzoek werd mogelijk gemaakt door een vidi subsidie (2014-2019) en toonde onder andere aan dat het hart zelf een verstoord ritme kan herstellen door elektriciteit op te wekken, waardoor geen elektrische shocks meer nodig zijn.

Prof. dr. Katja Zeppenfeld heeft een eredoctoraat van de Aarhus University in Denemarken ontvangen. Zeppenfeld is als hoogleraar verbonden aan de afdeling Cardiologie van het Aarhus Universitair Ziekenhuis in Denemarken. Ze is daar mede verantwoordelijk voor wetenschappelijk onderzoek en behandeling van patiënten met complexe kamerritmestoornissen. 

In het kader van de financiering van “PhD projects for the Themes for Innovation” heeft Dr. Anastasia Egorova een PhD beurs toegekend gekregen voor het project “Unravelling the potential of sodium-glucose cotransporter 2 inhibitors in (systemic) right ventricular failure in congenital heart disease”. 

 

Dr. Anastasia Egorova, Drs. Inge van den Hoogen en Julius Heemelaar hebben een Global Clinical Scholars Research Training aan Harvard Medical School afgerond. Van den Hoogen en Heemelaar hebben hun scriptie volbracht met ‘commendation’, dat betekent dat de scriptie door de examinatoren als uitmuntend wordt beschouwd.

Niels Harlaar won een Young Investigator Award (YIA) in de categorie Basic and Translational Science tijdens het jaarlijkse European Heart Rhythm Association (EHRA) congres voor zijn abstract met de titel “Modelling of atrial fibrillation at physiologically relevant scales enabled by massive expansion of native human atrial cardiomyocytes”. Hij was daarmee de 10e finalist uit het lab Experimentele Cardiologie op rij en de 5e winnaar.

Prof. Mark Hazekamp is benoemd tot President van de European Association for Cardio-Thoracic Surgery (EACTS), de Europese wetenschappelijke vereniging voor cardiovasculaire en thoracale chirurgie. Hazekamp is de tweede Nederlandse cardiothoracaal chirurg die deze eervolle benoeming heeft gekregen. 

Julius Heemelaar won op het NVVC voorjaarscongres 2021 voor zijn abstract met de titel “Elevated Resting Heart Rate is a Marker of Subclinical Left Ventricular Dysfunction in Hodgkin Lymphoma Survivors” de prijs van “beste abstract in de categorie Heartfailure & Transplantation”.

Dr. Monique Jongbloed ontving samen met haar collega Dr. Bastiaan J. Boukens een Rembrandt Research Grant voor het project: “ RESHAPE study; Redirecting post-infarction sympathetic hyperactivity to prevent sudden cardiac death”

Voor het project: “ Synergy in Working on an Innervated Fontan Tunnel (SWIFT) – Towards a biological contractile, valved and innervated Fontan conduit” ontving Dr. Monique Jongboed samen met de SWIFT werkgroep een LUMC Research Grant. 

Drs. Marieke Nederend ontving een European Heart Rhythm Association (EHRA) 2021 Congress Educational Grant

Drs. Marieke Nederend presenteerde op het EHRA Congres tevens de case “Successful hybrid CRT-D in a patient with failing systemic right ventricle and significant tricuspid regurgitation in transposition of great arteries after atrial switch according to Mustard” en won hiermee de “Case of the month in ESC Case Gallery”, inclusief publicatie in European Heart Journal – Case Reports. 

Drs. Marieke Nederend won de “Best Blitz Presentation session Arrhythmia” voor haar abstract die zij tijdens het 12e Rembrandt Symposium presenteerde, met de titel “Atrioventricular-block necessitating ventricular pacing after tricuspid valve surgery in patients with a systemic right ventricle: long term follow-up”. 

Het onderzoek van het Laboratorium Experimentele Cardiologie was onderdeel van het nationale VWO examen Biologie, waardoor verschillende kinderen van collegae van het Hart Vaat Long Centrum nu beter weten hoe hartritmestoornissen pijn- en schadevrij behandeld kunnen worden met gentherapie en LED technologie.

Dr. Daniël Pijnappels en zijn team ontvingen een Parel voor hun baanbrekende onderzoek naar het hart als defibrillator. Dit onderzoek werd mogelijk gemaakt door een vidi subsidie (2014-2019) en toonde onder andere aan dat het hart zelf een verstoord ritme kan herstellen door elektriciteit op te wekken, waardoor geen elektrische shocks meer nodig zijn.

De European Society of Cardiology (ESC) publiceerde tot nu toe 16 tijdschriften, waaronder het European Heart Journal. De ESC heeft besloten om daar een nieuw tijdschrift aan toe te voegen: het “European Heart Journal – Digital Health. Bij een van de board meetings werden de Reviewer of the Year Awards uitgereikt. Hierbij vielen Dr. Roderick Treskes en Dr. ir. Enno van der Velde beiden in de prijzen.

Prof. dr. Katja Zeppenfeld heeft een eredoctoraat van de Aarhus University in Denemarken ontvangen. Zeppenfeld is als hoogleraar verbonden aan de afdeling Cardiologie van het Aarhus Universitair Ziekenhuis in Denemarken. Ze is daar mede verantwoordelijk voor wetenschappelijk onderzoek en behandeling van patiënten met complexe kamerritmestoornissen. 

Proefschriften

At The Heart Of Learning – Navigating towards educational neuroscience in health professions education
Marjolein Versteeg
Donderdag 21 januari 2021

Promotor: Prof. dr. P. Steendijk
Co-promotor: Dr. A.J. de Beaufort

Multimodality imaging in metabolic heart disease
Arnold CT Ng
23 maart 2021

Promotor: Prof. dr. J.J. Bax
Co-promotor: Dr. V. Delgado

Modulation of airway epithelial cell function by vitamin D in COPD
Jasmijn Schrumpf
20 mei 2021

Promotor: Prof. dr. P.S. Hiemstra
Co-promotor: Dr. A.M. van der Does

Modulation of the inflammatory response following myocardial infarction
Niek Pluijmert
3 juni 2021


Promotor: Prof. dr. D.E. Atsma en Prof. dr. P.H.A. Quax

Advanced echocardiographic techniques in hereditary cardiac diseases
Yasmine Hiemstra
2 september 2021


Promotor: Prof. dr. J.J. Bax
Co-promotor: Dr. N. Ajmone Marsan

Identification and treatment of patients at high cardiovascular risk
Laurien Zijlstra
16 september 2021


Promotor: Prof. dr. J.W. Jukema
Co-promotores: Dr. S. Trompet en Dr. S.P. Mooijaart

Transcatheter interventions for structural heart disease
Frank van der Kley
23 september 2021


Promotor: Prof. dr. M.J. Schalij
Co-promotor: Dr. V. Delgado

The role of advanced echocardiography in patients with ischemic heart disease
Rachid Abou
23 november 2021


Promotor: Prof. dr. J.J. Bax
Co-promotores: Dr. V. Delgado en Dr. N. Ajmone Marsan

Surgical therapy of organic mitral valve disease: Strategy and outcomes
Anton Tomšič
18 februari 2021

Promotor: Prof. Dr. R.J.M. Klautz
Co-promotores: Dr. M. Palmen en Dr. N. Ajmone Marsan

Targeting glycolysis in endothelial cells to prevent intraplaque neovascularization and atherogenesis in mice
Paola Perrotta
24 maart 2021

Promotor: Prof. dr. P.H.A. Quax, Prof. dr. W. Martinet (University of Antwerp)
Co-promotor: Dr. M.R. de Vries

Angiogenesis in mesothelioma
Wieneke Buikhuisen
2 juni 2021

Promotor: Prof. dr. Baas
Co-promotor: Dr. J.A. Burgers (Antoni van Leeuwenhoek)

The aorta in transposition of the great arteries
Roel van der Palen
16 juni 2021

Promotor: Prof. dr. N.A. Blom en Prof. dr. M.G. Hazekamp
Co-promotor: Dr. A.A.W. Roest

Surgical solutions for complex aortic root pathology
Adriaan Schneider
15 september 2021

Promotores: Prof. dr. J. Braun, Prof. dr. M.G. Hazekamp, Prof. dr. R.J.M. Klautz

Modelling the lung in vitro
Sander van Riet
23 september 2021

Promotor: Prof. dr. P.S. Hiemstra
Co-promotor: Dr. R.J. Rottier (Erasmus MC)

Resuscitative Endovascular Balloon Occlusion of the Aorta (REBOA)
Borger van der Burg
7 oktober 2021


Promotor: Prof. dr. J.F. Hamming, Prof. dr. T.E. Rasmussen (F. Edward Hébert School of Medicine, Maryland)
Co-promotor: Dr. R. Hoencamp (Alrijne, Erasmus MC), Dr . T.M. Hörer (Örebro University, Sweden)

Modeling of the Cardiac Sympathetic Nervous System and the Contribution of Epicardium-derived Cells
Yang Ge
15 december 2021


Promotores: Prof. dr. M.J. Schalij en Prof. dr. M.C. de Ruiter
Co-promotor: Dr. J.M. Jongbloed

At The Heart Of Learning – Navigating towards educational neuroscience in health professions education
Marjolein Versteeg
Donderdag 21 januari 2021

Promotor: Prof. dr. P. Steendijk
Co-promotor: Dr. A.J. de Beaufort

Surgical therapy of organic mitral valve disease: Strategy and outcomes
Anton Tomšič
18 februari 2021

Promotor: Prof. Dr. R.J.M. Klautz
Co-promotores: Dr. M. Palmen en Dr. N. Ajmone Marsan

Multimodality imaging in metabolic heart disease
Arnold CT Ng
23 maart 2021

Promotor: Prof. dr. J.J. Bax
Co-promotor: Dr. V. Delgado

Targeting glycolysis in endothelial cells to prevent intraplaque neovascularization and atherogenesis in mice
Paola Perrotta
24 maart 2021

Promotor: Prof. dr. P.H.A. Quax, Prof. dr. W. Martinet (University of Antwerp)
Co-promotor: Dr. M.R. de Vries

Modulation of airway epithelial cell function by vitamin D in COPD
Jasmijn Schrumpf
20 mei 2021

Promotor: Prof. dr. P.S. Hiemstra
Co-promotor: Dr. A.M. van der Does

Angiogenesis in mesothelioma
Wieneke Buikhuisen
2 juni 2021

Promotor: Prof. dr. Baas
Co-promotor: Dr. J.A. Burgers (Antoni van Leeuwenhoek)

Modulation of the inflammatory response following myocardial infarction
Niek Pluijmert
3 juni 2021


Promotor: Prof. dr. D.E. Atsma en Prof. dr. P.H.A. Quax

The aorta in transposition of the great arteries
Roel van der Palen
16 juni 2021

Promotor: Prof. dr. N.A. Blom en Prof. dr. M.G. Hazekamp
Co-promotor: Dr. A.A.W. Roest

Advanced echocardiographic techniques in hereditary cardiac diseases
Yasmine Hiemstra
2 september 2021


Promotor: Prof. dr. J.J. Bax
Co-promotor: Dr. N. Ajmone Marsan

Surgical solutions for complex aortic root pathology
Adriaan Schneider
15 september 2021

Promotores: Prof. dr. J. Braun, Prof. dr. M.G. Hazekamp, Prof. dr. R.J.M. Klautz

Identification and treatment of patients at high cardiovascular risk
Laurien Zijlstra
16 september 2021


Promotor: Prof. dr. J.W. Jukema
Co-promotores: Dr. S. Trompet en Dr. S.P. Mooijaart

Modelling the lung in vitro
Sander van Riet
23 september 2021

Promotor: Prof. dr. P.S. Hiemstra
Co-promotor: Dr. R.J. Rottier (Erasmus MC)

Transcatheter interventions for structural heart disease
Frank van der Kley
23 september 2021


Promotor: Prof. dr. M.J. Schalij
Co-promotor: Dr. V. Delgado

Resuscitative Endovascular Balloon Occlusion of the Aorta (REBOA)
Borger van der Burg
7 oktober 2021


Promotor: Prof. dr. J.F. Hamming, Prof. dr. T.E. Rasmussen (F. Edward Hébert School of Medicine, Maryland)
Co-promotor: Dr. R. Hoencamp (Alrijne, Erasmus MC), Dr . T.M. Hörer (Örebro University, Sweden)

The role of advanced echocardiography in patients with ischemic heart disease
Rachid Abou
23 november 2021


Promotor: Prof. dr. J.J. Bax
Co-promotores: Dr. V. Delgado en Dr. N. Ajmone Marsan

Modeling of the Cardiac Sympathetic Nervous System and the Contribution of Epicardium-derived Cells
Yang Ge
15 december 2021


Promotores: Prof. dr. M.J. Schalij en Prof. dr. M.C. de Ruiter
Co-promotor: Dr. J.M. Jongbloed

Een aantal ervaringen vanuit de laboratoria, studies en publicaties van de afdelingen van het Hart Vaat Long Centrum staan hieronder uitgelicht.

 

Wetenschap en onderzoek Cardiothoracale Chirurgie

Studie uitgelicht: TOP-FLOW studie

Kinderen met een eenkamerhart worden geboren met slechts één goed functionerende kamer. Deze kinderen ondergaan de zogenaamde Fontan operatie op jonge leeftijd, waarbij de systeem veneuze retour via meerdere operaties rechtstreeks wordt aangesloten op de longslagaders (de totale cavopulmonale connectie, TCPC), zonder tussenkomst van een rechterkamer. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van een synthetisch buisje om de onderste holle ader met de longslagader te verbinden. Hoewel de langetermijn overleving middels deze operatie enorm verbeterd is, blijven complicaties op lange termijn frequent aanwezig zoals een verminderde inspanningstolerantie en het ontstaan van leverfibrose.

Gezien de relatief passieve bloedstroming richting de longen is het belang van efficiënte bloedstroming met minimale weerstand essentieel. In recent onderzoek hebben we middels 2D realtime- en 4D flow MRI technieken aangetoond dat er bloedstromingsversnellingen met verhoogd energieverlies in de TCPC kunnen plaatsvinden doordat de kunststof buisjes voor oudere kinderen met een Fontan circulatie relatief te klein zijn geworden. Hierbij werd er een  correlatie gevonden tussen de efficiëntie van de bloedstroming in de TCPC en inspanningscapaciteit en leverfibrose/stuwing.

De afgelopen 2 jaar is binnen de TOP-FLOW studie, gesubsidieerd door de Nederlandse Hartstichting (Dekkerbeurs Friso Rijnberg), in verder detail gekeken naar de rol van bloedstroming efficiëntie op inspanningscapaciteit middels computational fluid dynamic modellen. Hierbij hebben we 51 patient-specifieke 3D modellen gemaakt van de TCPC en hierbinnen de bloedstroming gesimuleerd in rust en gedurende inspanning. Hierbij werd er een belangrijk verband gevonden tussen de maat van het synthetische buisje en het energieverlies en drukverval in de TCPC. Tevens werd er een significante correlatie gevonden tussen de weerstand in de TCPC en maximale inspanningscapaciteit.

Middels “virtual surgery” hebben we vervolgens in een subset van patiënten gekeken naar de invloed van het vergroten van het synthetische buisje op het energieverlies en de efficiëntie van de TCPC. Hierbij wordt er op de computer virtueel het buisje in het 3D model vergroot (zie figuur hieronder), waarna de invloed op de bloedstroming gesimuleerd kan worden. Belangrijkste resultaten lieten zien dat de efficiëntie met 39-55% verbeterde wanneer er 22-28mm buisjes virtueel geïmplanteerd werden.

Publicatie uitgelicht: Extent of Coronary Artery Disease in Patients With Stenotic Bicuspid Versus Tricuspid Aortic Valves

Een bicuspide aortaklep is de meest voorkomende aangeboren hartklep afwijking, die vaak wordt gecompliceerd door aortaklepstenose (AoS). In deze studie is de associatie tussen de morfologische kenmerken van de aortaklep en de mate van coronaire hartziekten (CAD) onderzocht. 

De studie toont aan, door de coronaire angiografieën van alle geïncludeerde patiënten rechtstreeks te bestuderen, dat patiënten met een bicuspide aortaklep (BAV) een lager cardiovasculair risicoprofiel hebben, wat correleert met minder coronaire sclerose en een lagere incidentie van gelijktijdige coronaire revascularisatie in vergelijking met patiënten met een tricuspide aortaklep (BAV).

Kenmerken van coronaire hartziekten (CAD) van de gematchte patiënten met bicuspide aortaklep (BAV) en tricuspide aortaklep (TAV).

Beoordeling van het aantal CAD-risicofactoren per patiënt toonde hogere hoeveelheden CAD-risicofactoren** per patiënt bij patiënten met TAV (bovenste rij staafdiagrammen) in vergelijking met BAV-patiënten. De medische geschiedenis van patiënten met TAV vertoonde hogere percentages van eerdere (vorige) CAD-gebeurtenissen in vergelijking met patiënten met BAV (odds ratio [OR], 4,15; 95% BI, 2,52-6,80; P<0,001) (staafdiagrammen tweede rij) . Gelijktijdige coronaire bypasstransplantatie (CABG) werd vaker uitgevoerd bij patiënten met TAV (OR 3,50; 95% BI 2,42-5,06; P<0,001) (staafdiagrammen op de derde rij). Preoperatieve coronaire angiografie toonde hogere percentages van coronaire sclerose (zowel niet-obstructief als obstructief) bij patiënten met TAV, beoordeeld met behulp van de kransslagader die zelfs hoger was dan (CAGE)-scores (middelste staafgrafiek). De onderste staafdiagrammen tonen de verdeling van obstructieve en niet-obstructieve CAD tussen patiënten met BAV en TAV, wat hogere percentages obstructieve CAD laat zien bij patiënten met TAV. *P<0,001; **Diabetes mellitus, hypertensie en/of hypercholesterolemie; †Eerder myocardinfarct of instabiele angina pectoris.

Wetenschap en onderzoek Hartziekten

Laboratorium Experimentele Cardiologie

Voor het Laboratorium Experimentele Cardiologie was 2021 wederom een uitdagend jaar. Met de nodige aanpassingen konden wij ons blijven richten op ons doel: het doorgronden van de mechanismen van 1) elektrische activatie en propagatie, alsmede die van 2) celontwikkeling en homeostase in zowel het gezonde als zieke hart om met deze kennis nieuwe, biologische therapieën te ontwikkelen voor hartziekten, in het bijzonder voor hartritmestoornissen. Hierbij wordt bijvoorbeeld getracht om het hart zelf in staat te stellen om schadelijke processen te detecteren en te neutraliseren. Deze nieuwe vormen van therapie zouden daarmee niet alleen effectief en duurzaam zijn, maar ook pijnvrij. In lijn met deze doelen werd er in 2021 een aantal studies gepubliceerd. Hierin werd onder andere aangetoond hoe acute, schokvrije beëindiging van hartritmestoornissen kan worden gerealiseerd in het zieke hart middels implantatie van een mini LED lampje na gentherapie. Dit wetenschappelijk onderzoek werd ook opgenomen in het nationaal VWO examen Biologie. Tevens stond voor de 10e keer op rij een onderzoeker uit het lab in de finale van de Young Investigator Award van de European Heart Rhythm Association, waarbij voor de 5ekeer de eerste plek werd behaald. Ten slotte ontving het lab ook de Parel van ZonMw voor innovatie onderzoek met grote maatschappelijke impact.

Studie uitgelicht: MuSCAT 

De Multicenter Study on Coronary Anomalies in The Netherlands (MuSCAT) is in 2021 officieel begonnen met de inclusie van patiënten.

De MuSCAT is een initiatief vanuit de landelijke samenwerking binnen de NVVC Werkgroep Congenitale Cardiologie en ondergebracht bij dr. H.W. Vliegen in het LUMC, het expertise centrum voor aberrante coronair arteriën. Naast het LUMC nemen 7 andere ziekenhuizen in Nederland deel aan de MuSCAT studie.

De MuSCAT studie doet onderzoek naar patiënten met aberrante coronairen. Enerzijds wordt gekeken naar de diagnostiek, behandeling en follow-up van patiënten met aberrante coronair arteriën met een oorsprong vanuit de tegenovergestelde sinus van Valsalva (ACAOS). Daarnaast is een registratie opgezet waarin patiënten worden geïncludeerd met aberrante coronair arteriën die ontspringen uit de pulmonaal arterie, en coronair arterioveneuze fistels (CAVF).

Patiënten met aberrante coronair arteriën met een oorsprong vanuit de tegenovergestelde sinus van Valsalva kunnen zich presenteren met thoracale pijnklachten, dyspnoe of duizeligheid/(pre-)syncope bij intensieve inspanning. Daarnaast wordt het regelmatig als toevalsbevinding gevonden. Sporadisch uit dit zich met een hartstilstand.

Wanneer de diagnose van een aberrante coronair wordt gesteld volgen verschillende onderzoeken om te kunnen beoordelen of er sprake is van een benigne of maligne beloop. Huidige richtlijnen adviseren om de anatomische kenmerken te beoordelen en ischemie detectie te verrichten. De modaliteiten die hiervoor gebruikt worden, verschillen echter per centrum. De MuSCAT studie heeft als doel om op basis van wetenschappelijk bewijs het optimale diagnostisch en behandeltraject vast te stellen. Hierin worden ook nieuwe diagnostische modaliteiten meegenomen.

Voor het volledige protocol verwijs ik u naar de publicatie in de Netherlands Heart Journal1. Voor meer vragen of het verwijzen van patiënten kunt u zich wenden tot muscat@lumc.nl. 

1. Koppel, C. J., et al. “The first multicentre study on coronary anomalies in the Netherlands: MuSCAT.” Netherlands Heart Journal (2021): 1-7.

Wetenschap en onderzoek Longziekten


PulmoScience laboratorium

Het jaar 2021 werd, net als 2020, binnen het laboratorium gedomineerd door de COVID-19 crisis, met beperkte toegang tot laboratoriumruimtes, minder student stagiaires dan gebruikelijk, een tekort aan laboratoriummaterialen, en maatregelen bij positieve coronatesten van medewerkers of huisgenoten. In 2021 werd de naam Laboratorium voor Respiratoire Celbiologie en Immunologie geleidelijk aan vervangen door PulmoScience Laboratory en werd de gelijknamige website en bijbehoren Twitter account gelanceerd.

Ondanks deze beperkingen, is er door goede onderlinge afstemming en flexibiliteit van de medewerkers in 2021 veel bereikt. Naast diverse publicaties, werden verschillende projecten gestart en subsidies verkregen.

  • Er werd gestart met het Health Holland P4O2 project. Inhoudelijk werd met de start van het P4O2 project, het team uitgebreid dat werkt aan human induced pluripotent stem cells (hiPSC);
  • Er werd een subsidie verkregen van Janssen gericht op tumor organoid ontwikkeling waardoor het onderzoek kon worden opgestart;
  • Er werd een subsidie verkregen van het Brusfonds voor AATD-onderzoek en een verlenging van de Longfonds subsidie voor het AWWA-project;
  • Binnen het programma Klimaat en Gezondheid van ZonMw werd een consortiumsubsidie ontvangen voor onderzoek naar allergene pollen, dat in januari 2022 zal starten;
  • Samen met TNO (Bart Keijser) werd een subsidie verkregen van Reckitt Benckiser (RB) voor het opzetten en valideren van een upper respiratory tract (URT) in vitro model met neusepitheelcellen, dat in 2022 zal starten met een door TNO gedetacheerde medewerker;
  • De eerste projecten met RNA sequencing werden opgestart (in samenwerking met Alen Faiz van de University of Technology, Sidney, Australië; met wie Australische subsidies werden verkregen die een deel van de kosten van het sequencen dekken);
  • In samenwerking met het laboratorium van professor Frits Koning (afdeling Immunologie) werd de mass cytometry en spectral flow cytometry steeds meer ingezet in het translationeel onderzoek;
  • Het onderzoek naar SARS-CoV-2 infecties met onze longmodellen dat in 2020 was gestart samen met onder andere de afdeling Medische Microbiologie (Virologie) werd in 2021 verder uitgebreid, onder andere door een verlenging van een ZonMw project gericht op ontwikkeling van peptides voor de behandeling van SARS-CoV-2;
  • Daarnaast werd succesvol gestart met het opzetten van celkweekmodellen voor longkanker en longfibrose.

In 2021 werd Anne van der Does benoemd als assistant professor binnen het laboratorium, startte Alejandro Rodriguez Ruiz als post-doc op het P4O2 project en Sijia Liu als post-doc op het ZonMw COVID-19 project, en werkte Doris Roth (groep Janna Nawroth, Helmholtz centrum, München, Duitsland) 3 maanden op een EMBO beurs in het laboratorium aan het opzetten van een rookmodel op de Airway Lung-Chip. Wetenschappelijke highlights waren onder andere de succesvolle verdediging van hun proefschrift door Jasmijn Schrumpf (mei 2021) en Sander van Riet (september 2021), en publicaties waarin door organoid technologie epitheelcelkweken werden verkregen uit bronchoalveolaire lavage en tracheaal aspiraten van te vroeg geboren kinderen die worden beademd, en eerste publicaties over de Lung-on-Chip.
Door diverse leden van het laboratorium werden presentaties gehouden tijdens internationale online congressen, en werden bijdragen geleverd als sessievoorzitter. Tevens werd een presentatie gehouden voor een commissie van het Europees Parlement. Daarnaast fungeerden onderzoekers als reviewer voor diverse tijdschriften en subsidieorganisaties, als secretaris of commissielid bij promoties en als lid van ZonMW beoordelingscommissies. Pieter Hiemstra was Section Editor Basic Science van de European Respiratory Journal, en voorzitter van een van de evaluatiecommissies van de research activiteiten van de Faculty of Medicine van Lund University.

Niet-oncologisch klinisch wetenschappelijk onderzoek Longziekten ILD

In 2021 werden vanuit het behandelcentrum Interstitiële en Vasculaire longziekten een aantal studies gestart. Als deelnemend centrum van de P4O2 COVID-19 extensie studie bestuderen we (vroege) detectie van personen die chronische longziekten ontwikkelen na COVID-19. Tevens wordt onderzocht hoe mogelijke preventie/behandelstrategieën verder kunnen worden ontwikkeld. Het P4O2 cohort heeft de intentie om ook een ILD extensie cohort te starten, waaraan wij ook zullen deelnemen.

In samenwerking met de expertise- en behandelcentra ILD in Nederland werd afgelopen jaar het NVALT longfibroseregister opgestart met als doel om het beloop van verschillende vormen van longfibrose te bestuderen en voorspellende factoren te identificeren voor therapie-effect.

Tevens participeren we als deelnemend centrum in de PredMeth Studie, waarin patiënten met een nieuwe diagnose sarcoïdose worden gerandomiseerd voor een eerstelijns behandeling met prednison versus methotrexaat. Hierbij wordt landelijk gekeken of methotrexaat even effectief is als prednison om dit in de toekomst ook als eerstelijns behandeling in te kunnen gaan zetten.

Daarnaast includeren we nog patiënten in de VISION studie, waarin we kijken of breathprints gemeten met een SpiroNose (eNose) kunnen discrimineren tussen patiënten met ILD, at risk voor ILD of zonder ILD. In een subgroep van deze studie gaan we onderzoeken of we met een eNose het risico op het ontwikkelen van een pneumonitis na immuuntherapie bij longkanker patiënten kunnen voorspellen in combinatie met het te verwachten effect van behandeling met steroïden bij een pneumonitis.

Zorgpad alfa-1-antitrypsine deficiëntie als topreferente functie

In 2021 werden 29 patiënten met een tertiaire verwijzing op de polikliniek Longziekten beoordeeld voor behandeling van kortademigheid ten gevolge van longemfyseem met alfa-1-antitrypsine deficiëntie. Op dezelfde dag werd iedere patiënt ook beoordeeld op de polikliniek MDL voor analyse van leverziekten als fibrose of cirrose.

De longarts beoordeelde of patiënten in aanmerking kwamen voor behandeling door middel van longvolumereductie chirurgie, bronchusventielen of intraveneuze substitutie therapie met alfa-1-antitrypsin (AAT).  De hepatoloog beoordeelde of patiënten in aanmerking kwamen voor levertransplantatie.

Het laboratorium Longziekten optimaliseerde de isolatie van pulmonaal microvasculair endotheelcellen (pMVECs) uit geresecteerd longweefsel van patiënten met emfyseem.  pMVECs kweken kunnen gebruikt worden om het effect van toegediende MSCs te meten in een shearstress kweekmodel in het VUMC.

In de literatuur wordt aanbevolen om de efficiëntie te meten van intraveneuze toediening van AAT bij patiënten met emfyseem ten gevolge van genetische AAT deficiëntie. Het farmacotherapeutisch target van AAT is de enzymen neutrofiel elastase en proteinase 3, die beide afbraak van longparenchym kunnen veroorzaken. Het Lab Longziekten heeft op basis van gegevens in de wetenschappelijke literatuur polyclonale antilichamen gegenereerd die specifiek zijn voor fibrinopeptiden Aα360 en  Aα541. Beide peptiden ontstaan door enzymatisch afsplitsen van fibrinogeen door respectievelijk neutrofiel elastase en proteinase 3. Met beulp van deze polyclonale antilichamen werd een Aα360 ELISA en een Aα541 ELISA ontwikkeld in het Lab Longziekten voor het meten van fibrinopeptiden Aα360 en  Aα541 in plasma van patiënten die in aanmerking kwamen voor in vitro substitutie van het eiwit alfa-1-antitrypsine.  De in vitro dosering van alfa-1-antitrypsine wordt volgens richtlijn berekend op basis van lichaamsgewicht (60mg/kg bij wekelijkse dosering). Door gebruik te maken van bovengenoemde ELISA’s kon gemeten worden of de berekende dosering had geleid tot voldoende remming van de respectievelijke target enzymen neutrofiel elastase en proteinase 3.  

In 2021 werden door het zorgpad twee gerandomiseerde placebo-gecontroleerde clinical trials verzorgd. Bij patiënten met longemfyseem wordt het effect van inhalatie van alfa-1-antitrypsine op progressie van het ziektebeeld onderzocht. Bij patiënten met leverfibrose wordt het effect van RNA silencing op remming van de productie van homozygoot Z alfa-1-antitrypsine onderzocht.

Longkanker

In de laatste maanden van 2021 is een begin gemaakt met een onderzoekslijn op het gebied van T-cel gebaseerde behandelingen. In samenwerking met het laboratorium van de Medische Oncologie (dr. E. Verdegaal) werden in een pilot studie uit resectiemateriaal van longkankerpatiënten TIL’s gekweekt. Een protocol waarbij TIL’s in combinatie met chemotherapie wordt toegediend bij patienten die niet meer reageren op immunotherapie is in voorbereiding. Tevens werden de eerste aanzetten gedaan naar twee biomarker studies om patiënten beter te selecteren op basis van proteomics respectievelijk genomics. De samenwerking met het AvL op het gebied van genomic stratified medicine met twee gezamenlijke promovendi werd verder uitgebouwd.

Wetenschap en onderzoek Vaatchirurgie

Klinische en preklinische onderzoekslijnen Vaatchirurgie

De afdeling vaatchirurgie is verantwoordelijk voor verschillende klinische en preklinische onderzoekslijnen. Dit onderzoek richt zich op nieuwe behandelmethodes voor patiënten met perifeer vaatlijden, een diabetische voet, aneurysmata, dissecties of patiënten die vaatchirurgische interventies ondergaan bijvoorbeeld celtherapie, verbeterde behandelprotocollen voor aneurysma chirurgie of vernieuwde operatietechnieken binnen de toegangschirurgie. Daarnaast worden er epidemiologische cohort studies en studies naar verbetering van kwaliteit van zorg binnen de vaatchirurgie verricht.  Preklinisch worden de pathofysiologische processen die ten grondslag liggen aan (pathologische) vasculaire remodeling onderzocht. Tevens worden nieuwe therapeutische opties voor patiënten met niet revasculariseerbaar vaatlijden bekeken. Hiernaast worden er nieuwe multimodale imagingtechnieken in preklinische setting gebruikt om onder andere atherosclerotische plaques beter te kunnen karakteriseren.

Nieuwe onderzoekslijn optische beeldvorming ter beoordeling van weefselperfusie

Een relatief nieuwe onderzoekslijn is het gebruik van optische beeldvorming ter beoordeling van weefselperfusie. Deze multidisciplinaire onderzoekslijn wordt gecoördineerd door de afdeling Vaatchirurgie en richt zicht op het kwantificeren van weefselperfusie voor, tijdens of na een operatie of interventie. Binnen de vaatchirurgie worden patiënten onderzocht met perifeer arterieel vaatlijden, diabetische ulcera en patiënten die een amputatie ondergaan. Middels nabij-infrarood fluorescentie, spectrale imaging of laser speckle imaging wordt getracht een betrouwbare inschatting te maken van de mate van weefselperfusie, iets wat voor de uitkomsten van veel operaties van groot belang is. Wat betreft de vaatchirurgie hopen we dat we binnen niet afzienbare tijd beter kunnen voorspellen of wonden veroorzaakt door perifeer arterieel vaatlijden en/of diabetes na een interventie zullen genezen. Binnen dit project wordt nauw samengewerkt met andere chirurgische subspecialismen, technische afdelingen, industriële partners en instanties buiten het LUMC.

Publicatie uitgelicht: Atorvastatin pleiotropically decreases intraplaque angiogenesis and intraplaque haemorrhage by inhibiting ANGPT2 release and VE-Cadherin internalization

Uitgroeiende capillaire bloedvaten uit een muis aorta ring


In deze publicatie tonen Fabiana Baganha en medewerkers aan dat de atorvastatine, een bekend middel om cholesterol te verlagen, meer goede werkingen heeft , zogenaamde pleiotrope effecten. In deze studie tonen zij aan atorvastatin een remmend effect heeft op de groei van capillaire bloedvaten die een atherosclerotische plaque van zuurstof en voedingstoffen voorzien. Niet alleen is dit de eerste keer dat deze positieve bijwerkingen van atrovastatine worden aangetoond, ook is dit een van de eerste studies waar de bijdrage van intraplaque angiogenese in een muismodel wordt aangetoond.

Publicatie uitgelicht: Perfusion Patterns in Patients with Chronic Limb-Threatening Ischemia versus Control Patients Using Near-Infrared Fluorescence Imaging with Indocyanine Green

In deze publicatie laten Pim van den Hoven en dr. Joost van der Vorst zien hoe de perfusie van aangedane ledematen bij patiënten met perifeer vaatlijden met behulp van nieuwe imaging technieken op basis van Near-Infrared Fluorescence Imaging beter in beeld gebracht kan worden, om op deze wijze de behandeling van deze patiënten te kunnen verbeteren.